Les 21: Spelling - Leestekens: komma

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Les 21: Spelling - Leestekens: komma

Lezen in stilte

Je leert deze les komma's op de juiste manier gebruiken. 

Zo gebruik je komma's:

- In een zin met twee persoonsvormen (werkwoorden) naast elkaar. 

Toen de bel ging, blafte de hond heel hard. 

Zo gebruik je komma's:

Tussen de delen van een opsomming.

Ik kocht nieuwe schoenen, een pet, een trui en drie paar sokken. 

Zo gebruik je komma's:

Voor voegwoorden, zoals: maar, nadat, terwijl, want en zodat. 

Ik wil graag naar Noorwegen op vakantie, omdat daar fjorden zijn. 

Neem de zin over en zet een komma op de goede plaats. Zet ook hoofdletters en leestekens.

ik eet het liefst patat pizza en pannenkoeken

Neem de zin over en zet de komma op de goede plaats. Gebruik ook hoofdletters en leestekens.

kun je mij even bellen want ik ben mijn mobieltje kwijt

Neem de zin over en zet de komma op de goede plaats. Gebruik ook hoofdletters en leestekens.

toen musab de winnende goal maakte vlogen alle spelers hem om de nek

Leerdoel: 

- Ik kan komma's op de juiste manier gebruiken. 

Maken: 

Cursus 7 Spelling

§ 3 Leestekens: komma alle opdrachten maken (online of boek blz. 222/223)

Klaar? 

- nakijken/fouten verbeteren

- verbeteren opdrachten uit § 1 en § 2

- lezen

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?