Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
Cette leçon contient 51 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen. Is deze uitspraak is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een vooroordeel?
A
Je weet dat een buurjongen wel eens iets gestolen heeft.
B
Je vindt het goed dat je buurjongen keiharde muziek draait.
C
Je zegt dat je ouders jou té strenge regels opleggen.
D
Je denkt dat je neef wel eens stiekem blowt.
Slide 5 - Quiz
Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype? 1. “Jongeren zonder bijbaantje zullen wel lui en verwend zijn.” 2. “Benny zal wel arm zijn, want zijn ouders hebben geen auto.”
A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.
Slide 6 - Quiz
De Marokkaan Hakim wil leraar worden op een basisschool. Hij heeft zijn diploma al gehaald. Toch kan hij geen werk vinden.
Welke reden is het meest waarschijnlijk?
A
Marokkanen weten niet goed hoe ze werk moeten vinden.
B
Hakim heeft een grote taalachterstand.
C
Hij integreert nauwelijks
D
Hij wordt gediscrimineerd.
Slide 7 - Quiz
Mensen worden om verschillende redenen gediscrimineerd. Noem twee redenen
Slide 8 - Question ouverte
Waarden zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
de gedragsregels die belangrijk zijn in Nederland.
C
regels over hoe je je moeten gedragen.
D
belangen die alle Nederlanders delen.
Slide 9 - Quiz
Cultuur blijft altijd hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Je bent een ... als jijzelf en allebei je ouders in Nederland zijn geboren.
Slide 11 - Question ouverte
Leg in je eigen woorden uit wat internalisatie betekent.
Slide 12 - Question ouverte
Als Stef naar Ierland verhuist voor zijn vriendin,dan is hij voor ons een...
A
Immigrant
B
Emigrant
Slide 13 - Quiz
Uit hoeveel eilanden bestaan de Nederlandse Antillen?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 14 - Quiz
Niet aanpassen, maar afzonderen.
Chinatown
Turken
Deels aanpassen, maar ook eigen cultuur behouden.
Volledig aanpassen aan de cultuur waar je gaat wonen.
Slide 15 - Question de remorquage
Wanneer culturen zich aan elkaar aanpassen is er sprake van...
A
Assimilatie
B
Integratie
C
Segregatie
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Nederland
Suriname
Antillen
Indonesië
Slide 18 - Question de remorquage
Koning Willem Alexander zijn vader is geboren in Duitsland. Hij is iemand met een...
A
Nederlandse achtergrond
B
Migratie achtergrond
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Slide 22 - Diapositive
Wat is een maatschappelijke positie?
Slide 23 - Question ouverte
Een rechter heeft een hogere maatschappelijke positie dan een leraar.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
Een vakkenvuller heeft een lagere positie dan een leraar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Vidéo
Slide 32 - Diapositive
Jongeren met een migratie-achtergrond zijn vaker laag opgeleid door: (twee antwoorden zijn goed)
A
Slechte scholen
B
Taalachterstand
C
Laag opgeleide ouders
D
Discriminatie
Slide 33 - Quiz
Hoe meer je verdient, hoe beter je maatschappelijke positie is.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quiz
Wesley is 18 en heeft zijn vmbo basis diploma. Hij wil gaan stoppen met school en gaat werken in de garage van zijn vader.
A
Dit mag volgens de wet, want hij is 18
B
Dit mag want hij heeft een diploma
C
Dit mag niet, want hij moet minimaal mbo niveau 2.
D
Dit mag niet, want hij moet minimaal mbo niveau 3.
Slide 35 - Quiz
Met een vmbo kader diploma kan je altijd gelijk door naar mbo niveau 4.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 36 - Quiz
Met een vmbo tl diploma kan je naar havo.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 37 - Quiz
Je kan naar de universiteit met een....diploma.
A
vmbo tl
B
havo
C
vwo
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Noem twee oorzaken waarom mensen met een migratie-achtergrond moeilijker aan een baan komen.
Slide 42 - Question ouverte
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Vidéo
Mensen met een migratie-achtergrond wonen vaker in flats.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 46 - Quiz
Slide 47 - Vidéo
Slide 48 - Diapositive
Je maatschappelijke positie wordt bepaald door je opleiding. Noem de twee andere factoren.