§5.3 Caesar, Augustus en de keizers

 Rome, eeuwig imperium
5.3 Caesar, Augustus en de keizers
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 Rome, eeuwig imperium
5.3 Caesar, Augustus en de keizers

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les....
  • Kun je bewijzen waarom Julius Ceasar zowel voorstanders als tegenstanders kreeg.
  •  Kun je uitleggen hoe keizer Augustus zorgde voor welvaart en rust in het Romeinse Rijk. 

Slide 2 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Diapositive

Kenmerkende aspecten H5
  • De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
  • De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
  • de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 4 - Diapositive

5.3.1
Caesar, generaal of dictator?

Slide 5 - Diapositive

Julius Caesar

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 8 - Diapositive


Burgeroorlogen
133 v. Chr. tot 44 v. Chr.



  • Heersen over dit machtige rijk, dat wil iedereen wel!
  • Tussen de machtigste Romeinse mannen ontstaat een aantal ruzies die uitlopen in burgeroorlogen 
Burgeroorlog =
Een oorlog tussen twee groepen in één land.

Slide 9 - Diapositive

Dictator 
  • Generaal Julius Caesar wordt consul; hij was erg machtig.
  • Hij wilde de zelf verrijkende senatoren aanpakken. 
  • In plaats van alleen naar Rome te gaan, steekt Caesar met zijn leger de rivier de Rubicon over. 
  • De Senaat probeerde hem tegen te houden, maar Caesar won de slag. De Senaat benoemde hem hierna tot dictator. 
Dictator =
Bestuurder met onbeperkte macht, alleenheerser

Slide 10 - Diapositive


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Door wie is Julius Caesar vermoord?
A
Consuls
B
Het Romeinse volk
C
Senatoren
D
De koning

Slide 13 - Quiz

Waarom had Julius Caesar voorstanders?

Slide 14 - Question ouverte

Waarom had Julius Caesar tegenstanders?

Slide 15 - Question ouverte

''Julius Caesar werd vermoord door senatoren,'' Is deze uitspraak een feit of een mening?
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quiz

Huiswerk
  • §5.3 t/m 4

Slide 17 - Diapositive

5.3.2
Augustus overwint

Slide 18 - Diapositive

Aan het einde van de les....
  • Kun je bewijzen waarom Julius Ceasar zowel voorstanders als tegenstanders kreeg.
  •  Kun je uitleggen hoe keizer Augustus zorgde voor welvaart en rust in het Romeinse Rijk. 

Slide 19 - Diapositive

Waarom werd Julius Ceasar vermoord door zijn senatoren?

Slide 20 - Question ouverte

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Gaius Octavianus
  • Julius Ceasar had zijn achterneef Octavianus geadopteerd als zoon. Hij nam de macht over.
  • Ceasars trouwe soldaten stonden volledig achter Octavianus.
  • In de jaren daarna schakelde hij zijn tegenstanders uit en maakte hij een einde aan de burgeroorlogen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Te veel macht?
  • Octavianus bleef als enige machthebber over.
  •  Angst dat Octavianus te veel macht zou grijpen, maar Octavianus bleef consul en bleef het volk steunen.
  • Octavianus zorgde voor vrede en rust en werd Augustus (= ‘Verhevene’) genoemd
  • Hij werd de eerste keizer van het Romeinse Rijk
  • Goed bestuur, veel eten, provincies waren rustig. 
Keizer = Hoogste bestuurder in het Romeinse Rijk vanaf 27 v.Chr.

Provincies= Deel van een land met een eigen bestuur. Romeinse provincies stonden onder leiding van Romeinse bestuurders.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Wat is de echte naam van keizer Augustus?
A
Gaius Julius
B
Gaius Octavianus
C
Octavianus
D
Octavianus Gaius

Slide 27 - Quiz

Wat betekent Augustus?
A
Keizer
B
Generaal
C
Verhevene
D
Verhoogde

Slide 28 - Quiz

Huiswerk
  • We leren alleen 5.3.1 en 5.3.2
  • Maken van 5.3: opdracht 1 t/m 8


Slide 29 - Diapositive