H4.3 Het Verdrag van Versailles
1 / 39
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
In welk jaar ging Amerika zich bemoeien met de Eerste Wereldoorlog?
A
In 1914
B
In 1917
C
In 1918
D
In 1919
Slide 4 - Quiz
Door welke gebeurtenis gaat Amerika zich mengen in die oorlog?
A
Doordat een Amerikaans schip vernietigd wordt.
B
Doordat een Amerikaans vliegtuig vernietigd wordt.
C
Doordat Amerikaanse mensen direct met de oorlog te maken krijgen.
D
Doordat Amerika wil laten zien dat ze de beste zijn.
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Wanneer en hoe laat komt er een wapenstilstand in de Eerste Wereldoorlog?
A
11 december om 12 uur.
B
11 november om 10 uur.
C
11 januari om 11 uur.
D
11 november om 11 uur.
Slide 7 - Quiz
Wat is een wapenstilstand?
A
Een afspraak tussen oorlogvoerende landen om een tijd niet te vechten.
B
Een afspraak tussen landen om elkaar te helpen bij een oorlog.
C
Een grote oorlog tussen veel landen, waarbij in verschillende werelddelen wordt gevochten.
D
Verdrag waarmee de Eerste Wereldoorlog officieel wordt afgesloten.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Welk land kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog?
A
Frankrijk
B
Nederland
C
Duitsland
D
Oostenrijk-Hongarije
Slide 13 - Quiz
Vul in:
Met dit verdrag kwam er officieel een eind aan de Eerste Wereldoorlog.
Met dit verdrag kwam er officieel een eind aan de Eerste Wereldoorlog.
A
Het Verdrag van Maastricht
B
Het Verdrag van Wenen
C
Het Verdrag van Jalta
D
Het Verdrag van Versailles
Slide 14 - Quiz
Wat stond niet in het Verdrag van Versailles?
A
Dat er een einde kwam aan de Derde Wereldoorlog.
B
Dat Duitsland gebied en koloniën moest afstaan.
C
Dat Duitsland herstelbetalingen moest doen.
D
Dat Duitsland geen groot leger mocht hebben.
Slide 15 - Quiz
Vul aan:
Een herstelbetaling is ...
Een herstelbetaling is ...
A
...dat de winnaar geld moet betalen aan de verliezer.
B
...dat de verliezer geld moet betalen aan de winnaar.
C
...dat de startende partij geld moet betalen aan de winnaar.
D
...dat het heel slecht gaat met de economie.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Waarom voelden de Duitsers zich vernederd?
A
Omdat zij de oorlog hadden gewonnen en toch de schuld kregen.
B
Omdat ze heel veel geld kregen van andere landen.
C
Omdat ook de Duitsers hard hadden gevochten, maar werden ontslagen.
D
Omdat ze vonden dat een vernedering nergens op slaat.
Slide 18 - Quiz
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
A. Amerika gaat zich bemoeien met de oorlog.
B. Duitsland werd een republiek.
C. Verdrag van Versailles wordt getekend.
D. Er wordt een wapenstilstand getekend.
E. Duitsland krijgt de schuld van de oorlog.
Slide 19 - Question de remorquage
Welke betekenis hoort bij welk begrip?
wereldoorlog
wapenstilstand
herstelbetaling
Verdrag van Versailles
B. Grote oorlog tussen meerdere landen, die in twee of meer werelddelen wordt uitgevochten.
A. Afspraak tussen oorlogvoerende landen om een tijd niet te vechten.
D. Groot geldbedrag dat een land na de oorlog moet betalen, zodat andere landen hun oorlogsschade kunnen herstellen.
C. Verdrag waarmee in 1919 de Eerste Wereldoorlog werd beëindigd. Duitsland kreeg de schuld en werd zwaar gestraft.
Slide 20 - Question de remorquage
In welk jaar en op welk uur kwam er een eind aan de Eerste Wereldoorlog?
A
Op 11 november 1918 om 12 uur.
B
Op 12 november 1918 om 11 uur.
C
Op 11 november 1918 om 11 uur.
D
Op 12 november 1918 om 12 uur.
Slide 21 - Quiz
Welk land kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog?
A
Oostenrijk-Hongarije
B
Italië
C
Rusland
D
Duitsland
Slide 22 - Quiz
Op welk economisch gebied werd Duitsland vernederd?
A
Duitsland moest herstelbetalingen betalen.
B
Duitsland mocht geen groot leger hebben.
C
Duitsland moest grondgebied afstaan.
D
Duitsland werd een republiek.
Slide 23 - Quiz
Op welk politiek gebied werd Duitsland vernederd?
A
Duitsland moest herstelbetalingen betalen.
B
Duitsland mocht geen groot leger hebben.
C
Duitsland moest grondgebied afstaan.
D
Duitsland werd een republiek.
Slide 24 - Quiz
Op welk militair gebied werd Duitsland vernederd?
A
Duitsland moest herstelbetalingen betalen.
B
Duitsland mocht geen groot leger hebben.
C
Duitsland moest grondgebied afstaan.
D
Duitsland werd een republiek.
Slide 25 - Quiz
Hoe werd het verdrag genoemd waarmee officieel een eind kwam aan de Eerste Wereldoorlog?
A
Het Verdrag van Maastricht
B
Het Verdrag van Wenen
C
Het Verdrag van Versailles
D
Het Verdrag van Utrecht
Slide 26 - Quiz
Leg uit waarom Duitsland zich vernederd voelde door het Verdrag van Versailles.
Slide 27 - Question ouverte
Slide 28 - Diapositive
Vul in:
Een afspraak tussen oorlogvoerende landen om een tijd niet te vechten, noemen we ...
Een afspraak tussen oorlogvoerende landen om een tijd niet te vechten, noemen we ...
A
...neutraal zijn.
B
...een wereldoorlog.
C
...een wapenstilstand.
D
...een verdrag.
Slide 29 - Quiz
Wat is een wapenstilstand?
Slide 30 - Question ouverte
Vul in:
Het verdrag waarmee in 1919 officieel vrede werd gesloten na de Eerste Wereldoorlog, noemen we ...
Het verdrag waarmee in 1919 officieel vrede werd gesloten na de Eerste Wereldoorlog, noemen we ...
A
...het Verdrag van Versailles.
B
...het Verdrag van Duitsland.
C
...het Verdrag van Wenen.
D
...het Verdrag van Amerika.
Slide 31 - Quiz
Leg het Verdrag van Versailles uit.
Slide 32 - Question ouverte
Welke drie dingen werden afgesproken bij het Verdrag van Versailles?
Slide 33 - Question ouverte
Vul in:
Het geld dat een verliezer na een oorlog aan de overwinnaars moet betalen, noemen we ...
Het geld dat een verliezer na een oorlog aan de overwinnaars moet betalen, noemen we ...
A
...een wapenstilstand.
B
...herstelbetalingen.
C
...een lening.
D
...economische crisis.
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Question ouverte
Slide 36 - Diapositive
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Het Verdrag van Versailles wordt getekend.
Duitsland wordt één land.
Wapenstilstand tussen de aanvallende landen.
Moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije
Landen sluiten een bondgenootschap met elkaar.
Slide 37 - Question de remorquage
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 38 - Question ouverte
Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.
