Grammatica SE2 - 1 - 3GT

SE 2 - preparations
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

SE 2 - preparations

Slide 1 - Diapositive

Programma
Herhalen van grammatica hoofdstuk 4/5
Oefenvraag
Uitleg
Begripvraag

Slide 2 - Diapositive

10 - Reflexive pronouns & each other

Slide 3 - Diapositive

Welk antwoord is juist?

The boy hurt ... while he was chopping wood.
A
itself
B
yourself
C
himself
D
each other

Slide 4 - Quiz

Welk antwoord is juist?

The neighbours were fighting with ... again.
A
myself
B
themselves
C
ourselves
D
each other

Slide 5 - Quiz

Reflexive pronouns / each other
  • Je moet op je PTA kunnen kiezen uit een reflexive pronoun of each other
  • Dit doe je door te kijken naar het onderwerp van de zin.
  • Hierna bepaal je of het onderwerp dat met zichzelf doet, of met elkaar doet...

Slide 6 - Diapositive

Aantekening

Slide 7 - Diapositive

Hoe doe je dat dan?
  1. Kijk naar het onderwerp en de actie.
  2. Doet de persoon deze actie alleen of is er interactie?
  3. Kies de juiste reflexive pronoun / each other.

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeldzin 
My cat washes ... every day.
We argue with ... almost every week.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeldzin
My cat washes itself every day.                                     de kat doet het alleen
We argue with each other almost every week.       we doen het samen = interactie

Slide 10 - Diapositive

Vul een reflexive pronoun / each other in.

We bought the house ... last year.

Slide 11 - Question ouverte

Vul een reflexive pronoun / each other in.

I was in a hurry, so I washed the car ...

Slide 12 - Question ouverte

Vul een reflexive pronoun / each other in.

Dolphins use sound to communicate with ...

Slide 13 - Question ouverte

11 - if or when

Slide 14 - Diapositive

Welk antwoord is juist?

... I'm older, I want to be a dancer.
A
if
B
when

Slide 15 - Quiz

Welk antwoord is juist?

You can only go ... you got a ticket.
A
if
B
when

Slide 16 - Quiz

If / when
  • Je moet op je PTA  kunnen kiezen tussen if of when
  • Dit doe je door te kijken naar de zekerheid waarmee iets gebeurt.

Slide 17 - Diapositive

Aantekening

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeldzin
I will call you ... I get back from school.
... it snows tomorrow, we won't go to the city.

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeldzin
I will call you when I get back from school.
If it snows tomorrow, we won't go to the city.

Slide 20 - Diapositive

Vul in if / when

... Karin eats, she usually eats healthy food.

Slide 21 - Question ouverte

Vul in if / when

We'll take the metro ... Mary doesn't bring her car.

Slide 22 - Question ouverte

Vul in if / when

... I am late, don't wait up for me!

Slide 23 - Question ouverte

Time to practise!
Reflexive pronouns          blz. 8
If / when                                 blz. 9

Phrasal verbs 1 t/m 22     blz. 6

Slide 24 - Diapositive