Describir tu habitación

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Programa de hoy

Describir la casa

¿Preguntas?

Ejercicios Compañeros

Describir

En español

Wat moet je kunnen beschrijven?

- La casa

- El dormitorio

- La ciudad

Wat heb je allemaal nodig voor deze beschrijvingen?

1. Beschrijven wat er is

Hay

- Hay una cama y un escritorio.

- Hay una cocina.

- Hay muchas tiendas.

2. Beschrijven waar dat is

Hay

- Hay una cama y un escritorio en mi dormitorio.

- En mi casa hay una cocina.

- Hay muchas tiendas en Arnhem.

3.  Beschrijven waar iets is ten opzichte van iets anders.

Estar

- Las sillas están al lado del escritorio.

- Mi casa está cerca del supermercado.

- Arnhem está en Holanda.

4.  Beschrijven hoe iets

Ser

- Las sillas son bonitas.

- Mi casa es grande.

- Barcelona es una ciudad moderna.

¿Qué hay en la imagen?

¿Preguntas?

Optie A: als je Spaans nog best lastig vindt

Werkboek p. 43 oefening 1

Werkboek p. 43 oefening 3

Werkboek p. 44 oefening 6

Werkboek p. 47 oefening 4

Optie B: als je Spaans niet zo moeilijk vindt

Werkboek p. 43 oefening 2

Werkboek p. 43 oefening 4

Werkboek p. 44 oefening 7

Tekstboek p. 68 oefening 4