Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Telefoon in de (telefoon)tas
Slide 1 - Diapositive
Planning
- Nieuws
- Natuurrampen
- Vragen over natuurrampen
Slide 2 - Diapositive
Nieuws
1. Wat hebben de woorden: .... te maken met de video?
- Poetin
- Eerlijkheid
- Democratisch
- Protest
2. Waarom zal Poetin altijd winnen?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Nieuws
1. Wat hebben de woorden: .... te maken met de video?
- Poetin
- Eerlijkheid
- Democratisch
- Protest
2. Waarom zal Poetin altijd winnen?
Slide 5 - Diapositive
Intro H4 Natuurrampen in Japan
Slide 6 - Diapositive
Vingers.. wie kan een voorbeeld geven van een "natuurramp"
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Doel en programma
Doelen:
Na deze les kun je uitleggen:
hoe een tsunami ontstaat
waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt
wat de gevolgen zijn van een tsunami
welke hulp nodig is na een tsunami
Slide 12 - Diapositive
nos.nl
Slide 13 - Lien
11 maart 2011
Slide 14 - Diapositive
voor
na
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Opdracht:
We kijken zo een videofragment.
Noteer in je schrift, op basis van de video, in minimaal 5 stappen hoe een tsunami ontstaat.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Doelen deze les:
Na deze les kun je uitleggen:
hoe een tsunami ontstaat
waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt
wat de gevolgen zijn van een tsunami
welke hulp nodig is na een tsunami
Evaluatie!
Slide 19 - Diapositive
Wat is een tsunami?
A
Een golf
B
Hoge vloedgolf op zee die de kust overspoelt en die wordt veroorzaakt door een zeebeving.
C
Een aardbeving onderwater
D
Een hoge vloedgolf ontstaan door hele harde wind op zee.
Slide 20 - Quiz
Voor een tsunami heb je nodig ...
A
een aardbeving in de zeebodem en een diepe kust
B
een aardbeving in de zeebodem en een ondiepe kust
C
een aardbeving op land en een diepe zee
D
een aardbeving op land en een ondiepe zee
Slide 21 - Quiz
Hoe kan het dat een tsunami zo hoog wordt?
A
Het water gaat weg bij de kust
B
Het water wordt naar beneden getrokken
C
Het water wordt omhoog geduwd door de kust
D
Het water wordt in de lucht geschoten door de zeebeving
Slide 22 - Quiz
Wat gebeurt er met een tsunami in de ondiepe kustzone?
A
De tsunami wordt groter én de snelheid neemt af
B
De tsunami wordt groter én de snelheid neemt toe
C
De tsunami wordt kleiner én de snelheid neemt af
D
De tsunami wordt kleiner én de snelheid neemt toe
Slide 23 - Quiz
De tsunami in 2004 veroorzaakte meer dan 200.000 doden. In 2011 veroorzaakte de tsunami 15.800 doden. Wat is de belangrijkste factor voor dit verschil?
A
Verschil in intensiteit van de aardbeving
B
Verschil in klimaat.
C
Verschil in ontwikkelingspeil
D
Verschil in type plaatgrens
Slide 24 - Quiz
Wat is slim om te doen na een tsunami alarm?
A
In de verstevigde kelder van je huis gaan zitten.
B
Buiten op een open terrein gaan staan.
C
Snel naar een hoog gelegen gebied gaan.
D
Met een boot zover mogelijk de zee op varen.
Slide 25 - Quiz
Op zee merk je niets van een tsunami
A
Goed
B
Fout
Slide 26 - Quiz
waar ontstaan tsunami's
A
rond de tropen
B
midden op aard platen
C
aan de rand van aardplaten
D
overal ter wereld
Slide 27 - Quiz
Ik weet nu alles van tsunami's
A
JA!
B
NEE!
C
IK HEB NOG EEN VRAAG!
Slide 28 - Quiz
Om de natuurrampen die in Japan voorkomen te begrijpen moeten we in de aarde gaan kijken
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Nederland heeft geen "grote" aardbevingen omdat Nederland niet op of bij een plaatrand ligt?
A
goed
B
fout
Slide 35 - Quiz
Waarom zijn er zoveel aardbevingen en vulkaanuitbarstingen in Japan?
A
Japan ligt midden op platen
B
Japan ligt op de breuklijn van verschillende platen