Spreekwoorden met dieren

Spreekwoorden
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
* Spreekwoorden leren over dieren
* Spreekwoorden gebruiken in fabels

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn spreekwoorden?
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.

Slide 3 - Diapositive

Wat voor spreekwoorden zijn er?
Planten, natuur, lichaam, eten, kleding, beroepen, leven en dood, dieren en meer

Slide 4 - Diapositive

Welke spreekwoorden over dieren ken je al?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de belangrijkste overeenkomst tussen een spreekwoord en een fabel?

Slide 6 - Question ouverte

Voorbeelden van spreekwoorden met dieren

Slide 7 - Diapositive

Er als een haas vandoor gaan.

Slide 8 - Diapositive

Er als een haas vandoor gaan.
A
Hij rent hard weg
B
Hij rent zo snel als een haas
C
Hij kiest de goede weg
D
Hij is bang dat hij wordt opgegeten

Slide 9 - Quiz

Hij rent hard weg.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Ongrijpbaar

Slide 12 - Diapositive

Hij is een haantje-de-voorste.

Slide 13 - Diapositive

Hij is een haantje-de-voorste
A
Hij is altijd de beste
B
Hij is altijd de slimste
C
Hij is er altijd als eerste bij
D
Hij valt buiten de groep

Slide 14 - Quiz

Hij is er altijd als eerste bij.

Slide 15 - Diapositive

Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen.

Slide 16 - Diapositive

Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen.
A
Alleen iemand die dommer is dan een ezel maakt 2x dezelfde fout
B
Ezels zijn eigenlijk hele slimme dieren
C
Als je steeds dezelfde fout maakt, is dat niet zo erg
D
Ezels zijn hele domme dieren.

Slide 17 - Quiz

Alleen iemand die dommer is dan een ezel maakt twee keer dezelfde fout

Slide 18 - Diapositive

De aap komt uit de mouw.

Slide 19 - Diapositive

De waarheid wordt onverwacht duidelijk.

Slide 20 - Diapositive

Blaffende honden bijten niet.

Slide 21 - Diapositive

Van wie veel dreigt, heb je vaak het minst te vrezen.

Slide 22 - Diapositive

Leven als kat en hond.

Slide 23 - Diapositive

Vaak ruzie maken.

Slide 24 - Diapositive

De kat uit de boom kijken.

Slide 25 - Diapositive

Een afwachtende houding aannemen.

Slide 26 - Diapositive

Noem een situatie waarbij je vaak eerst de kat uit de boom kijkt.

Slide 27 - Question ouverte

Opdracht
* Zoek de betekenis van onderstaande spreekwoorden op en bedenk een situatie waarbij je deze zou kunnen gebruiken. 
bv. De kat uit de boom kijken = een afwachtende houding aannemen.
Situatie: Je bent nieuw op school en bent nog wat stil.
1. Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken
2. Dat is een waarheid als een koe
3. Zich wagen in het hol van de leeuw
4. Van een mug een olifant maken
5. De koe bij de horens vatten



Slide 28 - Diapositive