als maar dat omdat

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

als- maar- omdat (dat komt later)

woordvolgorde

*In deze les leer je en herhaal je de woordvolgorde van de 4 voegwoorden:

als/maar/dat/omdat.

*Je leert wat ze betekenen in een zin.

* Je leert wat ze doen met de volgorde van de woorden in de zin.

als....wat is de regel?

1)Ik ga naar buiten, als ik mijn huiswerk af heb.

2)Hij koopt een auto, als hij genoeg geld heeft.

3)Wij gaan naar het strand, als het mooi weer is.

4)Als ik mijn huiswerk af heb, ga ik naar buiten.

5)Als hij genoeg geld heeft, koopt hij een auto.

6)Als het mooi weer is, gaan wij naar het strand.

Ik ga naar buiten, als ik mijn huiswerk af heb.

Waar staan het werkwoord en de persoonsvorm?

het zijn eigenlijk 2 zinnen.

Ik ga naar buiten = een normale zin.

als ik mijn huiswerk af heb = een zin met alle werkwoorden aan het einde.

Als ik mijn huiswerk af heb, ga ik naar buiten.

In deze zin beginnen we met ALS.

Deze zin een zin met inversie, zoals in de vorige.

MAAR: Ga ik naar buiten = een zin met INVERSIE.

Dus als je de zin met een  ALS- zin begint, krijgt de hoofdzin INVERSIE

maar wat is een hoofdzin?

De hoofdzin is de zin die ook als hij alleen staat nog een zin is.

Als ik mijn huiswerk af heb

kan niet in zn eentje staan en is dus niet de hoofdzin.

Ik ga naar buiten 

kan wel alleen staan en is dus de hoofzin.

Hij koopt een auto, als hij genoeg geld heeft.
De hoofdzin is:

1. Hij koopt een auto
2. als hij genoeg geld heeft

Wij gaan naar het strand, als het mooi weer is. Wat is de hoofdzin?

Als hij genoeg geld heeft, koopt hij een auto. Wat is de hoofdzin?

1. als hij genoeg geld heeft
2. koopt hij een auto

Als het mooi weer is, gaan wij naar het strand. wat is de hoofdzin?

dus bij ALS:

Als na de komma: na de komma komen de werkwoorden achteraan en voor de komma een gewone zin.

Als aan het begin van de zin: Na als de werkwoorden aan het einde van de zin (die voor de komma staat), en in de hoofdzin (na de komma) krijg je inversie.

Maak de zin af:Ik vraag om zakgeld, als...

Maak de zin af: Ik kom te laat, als..

Maak de zin af: Als het regent,...

maak de zin af:Als ik thuis ben, ...

waneer gebruik je ALS?

Eigenlijk geef je antwoord op de vraag: Wanneer.......?

Wat moet er gebeuren, wat is er nodig.(DUS NIET DE TIJD)

Dit heet een voorwaarde

ALS gebruik je dus om een voorwaarde te geven: Ik vertel je mijn geheim (ALLEEN) ALS jij het niemand anders vertelt.

Ik ga (ALLEEN) naar het strand ALS het mooi weer is.

Wanneer word jij boos?Als.....

Wanneer krijgen we weer gewoon les?

Wanneer doe jij het raam open?

voegwoord MAAR:

Ik ga naar bed, maar jij blijft wakker.

Ik loop op straat, maar hij rijdt op de weg.

Wij houden van koffie, maar hij houdt van thee.

wat gebeurt er met woordvolgorde?

wat gebeurt er in de woordvolgorde?

Ik ga naar buiten, maar jij blijft binnen.

Ik ga naar buiten.

maar - en - dus - of

Met deze voegwoorden hoef je nergens aan te denken; gewoon twee keer een 1,2,3 - zin en het voegwoord er tussen.

2 hoofdzinnen.

Jij blijft binnen.

maak de zin af: Wij houden van chocola, maar.........

Ik heb het koud, maar .........

Het regent, maar ik.....

wanneer gebruik je ' maar' ?

Bij een tegenstelling; 2 dingen die juist niet hetzelfde zijn, of niet logisch zijn.

B.V: Het is koud, maar ik trek geen jas aan.

Hij is aardig, maar ik vertrouw hem niet.

Omdat:

Ik ga naar bed, omdat ik moe ben.

Ik lees de krant, omdat ik het nieuws interressant vind.

Ik bel mijn moeder, omdat zij dat leuk vindt.

Ik eet een appel, omdat dit gezond is.

Ik loop naar school, omdat dit goed is.

Wat gebeurt er met de woordvolgorde?

wanneer gebruik je ' omdat'?

Je wilt vertellen waarom.

Je geeft ook eigenlijk antwoord op een vraag met ' waarom' .

Dat heet; je geeft een REDEN.

het werkwoord achteraan in de zin.

Hij gaat op vistie bij zijn nicht, omdat zij jarig is.

Hij bakt een taart, omdat het weekend is.

Wij gaan op reis, omdat het vakantie is.

Dus VOOR de komma een 1-2-3-zin.

NA de komma ALLE werkwoorden achteraan.

Ik kan je niet helpen, omdat.......

We kunnen niet met de auto, omdat.....

Ik kom niet volgende week, omdat.....

Ik was mijn handen, omdat.....