bloedsomloop 4 herhalingsles

De bloedsomloop
Lesdoelen:
Open en gesloten bloedsomloop herkennen/benoemen
Enkele en dubbele bloedsomloop herkennen/benoemen
Grote en kleine bloedsomloop herkennen/benoemen
3 type bloedvaten - kenmerken/herkennen/benoemen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

De bloedsomloop
Lesdoelen:
Open en gesloten bloedsomloop herkennen/benoemen
Enkele en dubbele bloedsomloop herkennen/benoemen
Grote en kleine bloedsomloop herkennen/benoemen
3 type bloedvaten - kenmerken/herkennen/benoemen

Slide 1 - Diapositive

Bedenk zoveel mogelijk
functies van het bloed.

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Wat is de functie van hemoglobine?
A
Door hemoglobine wordt het bloed dikker
B
Het is noodzakelijk de zuurstof opname
C
Bevordert de zuurstof afgifte in de longen
D
Door hemoglobine wordt het bloed dunner

Slide 4 - Quiz

Wat klopt er niet over witte bloedcellen?
A
Kunnen door de kleinste bloedvaten heen
B
Behoren tot het immuunsysteem
C
Etter en pus zijn dode witte bloedcellen
D
Blijven leven na het bestrijden van virussen

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
Het zorgt ervoor dat bloed buiten de bloedvaten niet stolt
B
Het zorgt ervoor dat bloed buiten de bloedvaten stolt
C
Het zorgt ervoor dat bloed binnen de bloedvaten niet stolt
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Hoe noemen we de weg die het bloed aflegt?
A
Bloedsweg
B
Bloedtransport
C
Bloedsomloop
D
Bloedvatenstelsel

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

De dubbele bloedsomloop bij de mens



Sterk versimpeld!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

3 soorten bloedvaten
Slagaders:
Transport bloed van hart af.
Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.
Aders:
Transport bloed naar hart toe.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

In welk bloedvat verwacht je dat de bloeddruk het hoogst zal zijn?

Slide 16 - Question ouverte

Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedsomloop van voet naar hersenen, ? keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 17 - Quiz

De aorta is een voorbeeld van een:
A
Haarvat
B
Ader
C
Slagader
D
Haarader

Slide 18 - Quiz

Veel slagaders hebben bloed met veel
A
zuurstof
B
koolstofdioxide

Slide 19 - Quiz

De enige slagader met weinig zuurstof is de:
A
Halsslagader
B
Longslagader
C
Aorta
D
Nierslagader

Slide 20 - Quiz

In deze bloedvaten vindt stofwisseling plaats met cellen.
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Bij allemaal

Slide 21 - Quiz

Deze bloedvaten zijn aangepast op de extreem lage druk.
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Aders
D
Allemaal

Slide 22 - Quiz

Hoe zijn aders aangepast?
A
Kleppen
B
Veel spieren
C
Weinig spieren
D
Vertakkingen

Slide 23 - Quiz

Welke bloedvaten hebben de meest gespierde wand?
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Allemaal gelijk

Slide 24 - Quiz

Welk bloedvat is 1 cellaag dik?
A
Haarvat
B
Haarader
C
Slagader
D
Ader

Slide 25 - Quiz

Welk onderdeel vind je het makkelijkst?

Slide 26 - Question ouverte

Welk onderdeel vind je het moeilijkst?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Vidéo

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Sterke wand, weinig gespierd
Vervoert bloed van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 29 - Question de remorquage