Nederlands schrijven - 12 februari

Schrijven 2.6 en 3.6
Interviewverslag en betogende tekst schrijven
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Schrijven 2.6 en 3.6
Interviewverslag en betogende tekst schrijven

Slide 1 - Diapositive

Eerst een stukje herhaling
Citeren
Directe rede
Indirecte rede

Slide 2 - Diapositive

Wat is citeren?
A
in eigen woorden opschrijven
B
letterlijk uit de tekst overnemen

Slide 3 - Quiz

Directe rede of indirecte rede?
Joep zei dat hij moe was
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 4 - Quiz



Dave zei: "Ik ben verliefd!"
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 5 - Quiz

Wat is een betoog? 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Welk tekstdoel heeft een betoog?
timer
0:20
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 8 - Quiz

Wat is een standpunt?
A
De hoofdgedachte van een betoog
B
Het onderwerp van een betoog.
C
Het doel van een betoog
D
De opbouw van een betoog

Slide 9 - Quiz

Huiswerk
Maken opdracht 2 a+b, blz. 123
Maken opdracht 3, blz. 123
Volgende les gaan we een opzet maken voor een betoog, dit wordt een schrijfopdracht voor een cijfer.

Slide 10 - Diapositive