Woordenschat lichaam en gezondheid groep 3

Woordenschat - Het lichaam 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 2,3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat - Het lichaam 

Slide 1 - Diapositive

de handpalm
de wijsvinger
de duim
de ringvinger
de middelvinger
de pink
de pols
de knokkel

Slide 2 - Diapositive

de enkel

Slide 3 - Diapositive

de kuit

Slide 4 - Diapositive

de knieholte

Slide 5 - Diapositive

de navel

Slide 6 - Diapositive

de heup

Slide 7 - Diapositive

de huid
de pupil
het voorhoofd
het ooglid
de wenkbrauw
het neusgat

Slide 8 - Diapositive

De pols zit tussen je onderbeen en voet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
de pols
B
de wijsvinger
C
de handpalm
D
de knokkel

Slide 10 - Quiz

De navel zit aan je voet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat zie je hier?
A
de enkel
B
de knieholte
C
de kuit
D
de heup

Slide 12 - Quiz

Welke vinger is het langst?
A
de middelvinger
B
de ringvinger
C
de pink
D
de wijsvinger

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je de binnenkant van je hand?
A
de knokkel
B
de handpalm
C
de pols
D
de pink

Slide 14 - Quiz

De wenkbrauw zit boven je oog.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Goed gedaan!

Slide 16 - Diapositive