BSR 26/3 2t fictie §4 perspectief

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Lees tekst 1 op blz. 73-75.

Log alvast in op LessonUp
(de code staat  linksonder in beeld).

§4 Spanning

Voordat we beginnen:

WELKOM 2T

1. De planning voor deze week doornemen.

2. Klassikaal werken aan
paragraaf 4: Spanning.

3. Oefenvragen in LessonUp.

4. Keuzeopdracht.

5. Terugblikken en afronden.

Wat gaan we vandaag doen?

• Maandag: 

Cursus 3 Fictie, §3 Tijd klassikaal maken.
Verder lezen in je boek.

• Dinsdag: 

Cursus 3 Fictie, §4 Spanning maken.
Verder lezen in je boek.

• Woensdag 

Leestaak 2
Keuzeopdracht

Deze week

• Je kunt de setting, het perspectief en de tijd van een verhaal beschrijven.
• Je herkent het verschil tussen actiespanning en psychologische spanning.

Lesdoelen

Wat maakt jou een goede vriend(in)?

Wat kun je zeggen over de setting van het verhaal in tekst 1?
Denk aan tijd, plaats en omstandigheden.

Welk perspectief herken je in tekst 1?

Spanning

Als een verhaal spannend is, wil je graag weten hoe het afloopt. Spanning ontstaat bijvoorbeeld doordat er iets spannends, gevaarlijks of onverwachts gebeurt. Denk aan een ontvoering of een achtervolging. Dit soort spanning noem je actiespanning. Je herkent actiespanning vaak aan een 'gejaagde' stijl: de gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op. 

Spanning

Een andere vorm van spanning is psychologische spanning. Psychologische spanning kan worden opgeroepen door: 

- je betrokkenheid bij een personage. Je leeft dan mee met het personage. 

- open plekken: het verhaal roept vragen op wanneer je graag antwoord wilt hebben. Je wilt bijvoorbeeld weten wat er precies aan de hand is, wie de moord heeft gepleegd, waarom een personage zo geheimzinnig doet.

Op welke manier komt 'actiespanning' terug in deze trailer?

Op welke manier komt 'psychologische spanning' terug in deze trailer?

Aan het werk

Huiswerkopdracht	Klaar?
Maken: Cursus 3 Fictie, §4 Spanning Opdracht 1, 2 en 3 op blz. 73-77.	Lees verder in je boek!

Hieronder staan drie opties. Kies zelf met welke je wil beginnen. We werken zelfstandig en in stilte.

• Je kunt de setting, het perspectief en de tijd van een verhaal beschrijven.
• Je herkent het verschil tussen actiespanning en psychologische spanning.

Lesdoelen

Wat kan een schrijver doen met de volgorde van een verhaal?

Vertel kort iets over de spanning in jouw boek. Gebruik steekwoorden.

Neem deel onze LessonUp klas

Wat kun je hier vinden?

• LessonUps
• Video's
• Handige websites 

Klassencode:
2ta: qjffs

2tb: sgmrx

2tc: dqymz