H5.5 vreemd geld

Je leert in deze paragraaf:
- wat de invloed van vreemd geld op de internationale handel
  is en 
- kunt berekeningen maken met vreemd geld
5.5 Wat je leert over vreemd geld?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Je leert in deze paragraaf:
- wat de invloed van vreemd geld op de internationale handel
  is en 
- kunt berekeningen maken met vreemd geld
5.5 Wat je leert over vreemd geld?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Europese Monetaire Unie (EMU) wordt betaald met de euro.




Vreemde valuta: vreemd geld, Dollar/ Pond/ Yen 
De waarde van vreemd geld kan dalen of stijgen doordat er meer/minder vraag naar een geldsoort is. 
EMU 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Wisselkoers is de prijs van een vreemde munteenheid uitgedrukt is euro's. Wisselkoers variërt per dag.

Bijvoorbeeld
 10-01-2024   wisselkoers            €1,-  :  32,75 Turkse Lira 

Euro's naar vreemd veld bij een Nederlandse bank

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

27-11-2023 was €1,- is 28 Lira
28-11- 2023 is €1,- is 27 Lira

Wat is er met de waarde van de Lira gebeurd?
A
meer waard
B
minder waard

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

10-11-2023 was bij bank in NL  €1,-  is Lira 30 
11-01- 2024 is bij bank in NL     €1,-  is Lira 33

Je zegt; 
11-01-2024:  De koers van de Lira is gedaald. 
                      De koers van de Euro is nu gestegen.

DE BANK VERKOOPT/INKOOPT GELD!!!
Wisselkoers: Vreemd geld

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de valutamarkt worden wisselkoersen bepaald door vraag en aanbod. Net als op andere markten bepalen zij de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid van een valuta. 
Op de markt voor euro’s wordt de prijs  bepaald door de vraag naar euro’s en het aanbod van euro’s. 
5.5: Vreemd geld

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de
waarde van de Lira?
A
Koers van Lira stijgt
B
Koers van Lira daalt

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de
waarde van de Lira?
A
Koers van Lira stijgt
B
Koers van Lira daalt

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

= de balans tussen importwaarde en exportwaarde.
Een oorzaak voor het veranderen van een wisselkoers is het veranderen van de betalingsbalans.

bv. Als je veel importeert uit de VS stijgt de vraag naar . 
Je moet betalen in Dollars.
Dan stijgt de koers van de Dollar.  
Betalingsbalans

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • onduidelijk wat bedrijf moet betalen of gaat ontvangen bij     import & export
  • inkoopprijs product verandert als wisselkoers verandert
  • ook onmogelijk dagelijks de consumentenprijs aanpassen
Als wisselkoers verandert, kan dit een bedrijf geld kosten: 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Turkse Lira      stijgt
1. je betaalt meer voor het product uit Turkije
2. de import uit Turkije daalt 
3. de export naar Turkije stijgt want de producten uit jouw
    Nederland zijn nu goedkoper
Vreemde valuta veranderd?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er op de betalingsbalans?
A
De importquote en de exportquote.
B
De importquote en de uitvoerwaarde.
C
De invoerwaarde en de exportquote.
D
De invoerwaarde en de uitvoerwaarde.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een betalingsbalans ?
A
Overzicht van de uitgaven aan het buitenland
B
Overzicht van de inkomsten uit het buitenland
C
Overzicht van de betalingen en ontvangsten met het buitenland
D
Overzicht van de betalingen en ontvangsten met het Europa.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Saldo van de betalingsbalans is ...............
A
import - export
B
export - import
C
inkomsten - uitgaven

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een waardedaling van de Yuan heeft voor China gevolgen.
Chinese bedrijven heeft $ 530 miljard uitgeleend aan het buitenland.
Is de waardedaling van de Yuan voordelig of nadelig voor deze Chinese bedrijven, als de lening terugbetaald wordt in yuan?
A
Nadelig. De € wordt meer waard; daardoor daalt, omgerekend in yuans, de waarde van deze lening.
B
Nadelig. De € wordt minder waard; daardoor daalt, omgerekend in yuans, de waarde van deze lening.
C
Voordelig. De € wordt meer waard; daardoor stijgt, omgerekend in Yuans, de waarde van deze lening.
D
Voordelig. De € minder waard; daardoor stijgt, omgerekend in Yuans, de waarde van deze lening.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Transactie kosten = kosten die je betaalt als je geld wisselt.

Let op: deze kosten heb je ook als je in een land pint met een 
andere valuta
Wat betaal je aan wisselen van geld?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Wisselkoers is de prijs van een vreemde munteenheid uitgedrukt is euro's. Wisselkoers variërt per dag.

Bijvoorbeeld
 10-01-2024  ABN wisselkoers  €1,-  :  32,75 Turkse Lira 

Euro's naar vreemd veld

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kaas is voor Frankrijk een belangrijk exportproduct. Ook Nederland is een belangrijke exporteur van kaas naar, onder andere, Frankrijk.

Van welk concurrentievoordeel voor Nederland is hier sprake?
A
De Franse kaas is voordeliger door de lagere wisselkoers.
B
De Nederlandse kaas is voordeliger door de lagere wisselkoers.
C
Frankrijk biedt een assortiment kaas, dat de Nederlandse consument wenst.
D
Nederland biedt een assortiment kaas, dat de Franse consument wenst.

Slide 18 - Quiz

 De Franse kaas is voordeliger door de lagere wisselkoers.
B De Nederlandse kaas is voordeliger door de lagere wisselkoers.
C Frankrijk biedt een assortiment kaas, dat de Nederlandse consument
wenst.
D Nederland biedt een assortiment kaas, dat de Franse consument
wenst.
Bereken de exportquote:

BBP
650 miljard
Export
180 miljard
Import
79 miljard
A
12,2 %
B
39,8%
C
43,9%
D
27,7%

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is wederuitvoer?
A
goederen aan een ander land verkopen
B
goederen importeren en dan doorverkopen aan het buitenland
C
Een protectiemaatregel om import tegen te gaan
D
Goederen verkopen aan het buitenland die in Nederland gemaakt zijn

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De wisselkoers van 1 euro is
Wisselkoers kopen : $1,30
Wisselkoers verkopen: $ 1,28
Hoeveel $ krijg je voor € 300 bij de bank in NL?
A
300 x $1,28 = $384
B
300 : $1,28 = $234
C
300 :$ 1,30 = $242
D
300 x $1,30 = $390

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wisselkoers van 1 $ is
Wisselkoers kopen : € 1,10
Wisselkoers verkopen: € 1,08
Hoeveel € krijg je voor $ 100 bij de bank in NL?
A
$ 100 x € 1,08 = € 108
B
$ 100 : 1,08 = €92,59
C
$ 100 : 1,10 = € 90.91
D
$ 100 x 1,10 = € 110

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- wat de invloed van vreemd geld op de internationale handel
   is en
- kunt berekeningen maken met vreemd geld
Je weet nu...

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

01:07
De EMU is...
A
de eurozone.
B
.de centrale bank van de EU

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je onvoldoende gescoord maak de vragen
H5.5 + de toepassingsvragen van H5.5

Heb je voldoende gescoord maak de toepassingsvragen van H5.5

H5.5 maak de opdrachten:

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

01:08
Wat is de Europese Monetaire Unie>
A
Alle landen binnen Europa
B
Alle landen binnen de Europese Unie
C
EU plus de landen die met de euro betalen.

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:09
Wat is een andere woord voor valuta?
A
wisselkoers
B
De waarde van geld in een ander land
C
munten
D
De waarde van een munteenheid

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:31
Ik wil BSD 100 omruilen in Euro's
Hoeveel BSD krijg ik van de bank in Nederland?
Aankoopkoers van €1 = BSD 1,19
Verkoopkoers van €1 = BSD 1,29
A
100 x 1,19 =€ 119
B
100 x 1,29 = € 129
C
100 : 1,19 = € 84,03
D
100 : 1,29 = € 77,52

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:30
Ik wil € 300 omruilen in BSD (Bahaamse dollar)
Hoeveel BSD krijg ik van de bank in Nederland?
Aankoopkoers van €1 = BSD 1,19
Verkoopkoers van €1 = BSD 1,29
A
300 x 1,19 = 357 BSD
B
300 x 1,29 = BSD 387
C
300 : 1,19 = BSD 252
D
300 : 1,29 = BSD 232

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions