5.1 industrie en samenleving

5.1 Industrie en samenleving
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

5.1 Industrie en samenleving

Slide 1 - Diapositive

Programma

  • Lesdoelen
  • Uitleg
  • Filmpje
  • Vragen
  • Zelf aan de slag
  • Post-it notes

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 
Aan het eind van de les kan je:
  1. Vertellen wat er veranderde in de 19e eeuw in het leven van mensen.
  2. In eigen woorden uitleggen hoe en waarom de productie toenam.
  3. Samenvatten wat er vanaf 1870 veranderde in de industrie.
  4. Samenvatten wat er veranderde in de samenleving.

Slide 3 - Diapositive

Grote veranderingen
De periode vanaf 1800 wordt de moderne tijd genoemd.
-> Leven verandert veel drastischer dan de eeuwen daar voor. 
Veranderingen: 
  • Van landbouw naar industrie.
  • Handarbeid wordt vervangen door machines. 
  • Reizen per trein of stoomschip i.p.v. met paard of te voet. 
  • Verlichting op straat. 
  • Nieuwe producten zoals, lucifers, blikvoedsel en telefoons. 
De industriële revolutie was aangebroken.

Slide 4 - Diapositive

Meer productie
Door de industriële revolutie nam de productie van de nijverheid sterk toe. Start in GB.

De belangrijkste uitvinding was de stoommachine, uitgevonden door Thomas Newcomen. Steenkool werd gebruikt als energiebron. James Watt ontwikkelde vanaf 1765 betere stoommachines.
Rond 1750 werden het spinnenwiel en weefgetouw vervangen door spin- en weefmachines.
Vanaf 1830 versnelde de industrialisatie door de opkomst van de stoomtrein en het stoomschip.
GB wordt 'de werkplaats van de wereld' genoemd, omdat het textiel, machines en andere industrieproducten naar de hele wereld exporteerde.

Vanaf 1850 begint de industriële revolutie ook in andere landen, zoals NL en Japan. Vooral de bourgeoisie werden ondernemers.

Slide 5 - Diapositive

Stoommachine van Thomas Newcomen.
Stoommachine van James Watt.

Slide 6 - Diapositive

Veranderingen in de industrie
De economische veranderingen gingen vanaf 1870 steeds sneller.
  • Aardolie als nieuwe energiebron.
  • Nieuwe stoffen zoals kunstmest en plastic een nieuwe bedrijfstak in de vorm van de voedingsmiddelenindustrie.
  • Ontwikkeling van de gloeilamp in de VS, uitgevonden door Thomas Edison. 
Eerst waren uitvindingen het werk van individuele ontdekkers, later kwam dit te liggen bij bedrijven.

Slide 7 - Diapositive

De industriële samenleving
De industriële revolutie had grote gevolgen voor verschillende sectoren van de economie. 
Industriële samenleving: meer dan de helft van de bevolking woont in steden en de meeste mensen werken in de industrie- en dienstensector. 

Grote bevolkingsgroei en steden breiden uit door grote voedselproductie. 

Handelskapitalisme wordt industrieel kapitalisme.

Relatie tussen werknemer en werkgever wordt onpersoonlijker en lonen werknemers zijn laag.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Rusland
C
Groot-Brittannië
D
Duitsland

Slide 10 - Quiz

Welk product is niet ontstaan door de industriële revolutie?
A
Telefoons
B
Lucifers
C
Blikvoedsel
D
Antibiotica

Slide 11 - Quiz

Wie verbeterde de stoommachine?
A
Thomas Edison
B
Thomas Newcomen
C
James Watt
D
Nikola Tesla

Slide 12 - Quiz

Wat houd een industriële samenleving in?

Slide 13 - Question ouverte

Beantwoord de lesdoelen.
Klaar? Maak 5.1 in je schrift.

Slide 14 - Diapositive

Lesdoelen beantwoorden
Aan het eind van de les kan je:
  1. Vertellen wat er veranderde in de 19e eeuw in het leven van mensen.
  2. In eigen woorden uitleggen hoe en waarom de productie toenam.
  3. Samenvatten wat er vanaf 1870 veranderde in de industrie.
  4. Samenvatten wat er veranderde in de samenleving.

Slide 15 - Diapositive

Post-it notes
Tip of top?
Wat vond je leuk? Wat minder?
Mag positief of negatief zijn.
Klaar? Haarkleur suggestie voor mevrouw Kes bedenken.

Slide 16 - Diapositive