Repetitie hoofdstuk 2 tot en met 4

Oefentoets Latijn
Minerva hoofdstuk 1 en 2 
woordjes, grammatica en vertalen

Succes!
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Latijn
Minerva hoofdstuk 1 en 2 
woordjes, grammatica en vertalen

Succes!

Slide 1 - Diapositive

Woordjes
Geef een vertaling van de volgende woordjes. 

Slide 2 - Diapositive

regia

Slide 3 - Question ouverte

quoque

Slide 4 - Question ouverte

cibus

Slide 5 - Question ouverte

silva

Slide 6 - Question ouverte

victoria

Slide 7 - Question ouverte

autit (audire)

Slide 8 - Question ouverte

deus

Slide 9 - Question ouverte

nunc

Slide 10 - Question ouverte

clamat (clamare)

Slide 11 - Question ouverte

autem

Slide 12 - Question ouverte

habet

Slide 13 - Question ouverte

certant (certare)

Slide 14 - Question ouverte

laetus, -a, -um

Slide 15 - Question ouverte

statim

Slide 16 - Question ouverte

mensa

Slide 17 - Question ouverte

rex, regem (acc.)

Slide 18 - Question ouverte

et

Slide 19 - Question ouverte

accipit

Slide 20 - Question ouverte

aurum

Slide 21 - Question ouverte

currit

Slide 22 - Question ouverte

Grammatica
Rijtjes en zo!

Slide 23 - Diapositive

Geef het volledige rijtje (alle naamvallen, enkelvoud en meervoud) van mensa.

Slide 24 - Question ouverte

Geef het volledige rijtje (alle naamvallen, enkelvoud en meervoud) van servus.

Slide 25 - Question ouverte

Geef het volledige rijtje (alle naamvallen, enkelvoud en meervoud) van donum.

Slide 26 - Question ouverte

In welke gevallen gebruikt het Latijn een accusativus?

Slide 27 - Question ouverte

In welke gevallen gebruikt het Latijn een nominativus?

Slide 28 - Question ouverte

Midas mirum donum accipit.
In welke naamval staat "mirum"?
A
Nominativus
B
Accusativus
C
Dativus
D
Genetivus.

Slide 29 - Quiz

Donum valde amat.
Wat is de functie van donum?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Naamwoordelijk deel v/h gezegde
D
Meewerkend voorwerp

Slide 30 - Quiz

Nunc mensam tangit.
Wat is de functie van tangit? ?
A
Onderwerp
B
Naamwoordelijk deel van gezegde
C
Lijdend voorwerp
D
Meewerkend voorwerp

Slide 31 - Quiz

Lectus quoque aureus est.
Wat is hier accusativus?
A
Lectus
B
quoque
C
aureus
D
est

Slide 32 - Quiz

Midas arma, columnas, muro tangit.
Wat is de functie van Midas?
A
Onderwerp
B
Nominativus
C
Accusativus
D
Dativus

Slide 33 - Quiz

Vertalen. 
Je gaat nu een stukje tekst vertalen.
Lees eerst de hele tekst en de annotaties. 
Vertaal dan de losse zinnen.
Let op de aanwijzingen! 

Slide 34 - Diapositive

Midas mirum dorum accipit.

Slide 35 - Question ouverte

Donum valde amat

Slide 36 - Question ouverte

Nunc mensam tangit

Slide 37 - Question ouverte

Lectus quoque aureus est.

Slide 38 - Question ouverte

Servi cibum et vinum ferunt.


Slide 39 - Question ouverte

Wat is van 'mensam' naamval en getal?

Slide 40 - Question ouverte

Wat is van 'donum' (2x) naamval en getal?

Slide 41 - Question ouverte

Wat is van 'dona' (2x) naamval en getal?

Slide 42 - Question ouverte

Wat is van 'vinum' (2x) naamval en getal?

Slide 43 - Question ouverte

Einde. 

Slide 44 - Diapositive