GRAMMATICA-koppelwerkwoord

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les en doelen
Herhaling theorie koppelwerkwoord.
(naamwoordelijk gezegde)

Aan het eind van de les kun je koppelwerkwoorden in een zin benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Schrijf zo duidelijk mogelijk op wat een naamwoordelijk gezegde is.

Slide 3 - Question ouverte

Zie, de maan schijnt door de bomen.
A
kww
B
zww

Slide 4 - Quiz

Hij schijnt nogal lastig.
A
kww
B
zww

Slide 5 - Quiz

ZWaBBeLS
zijn - worden - blijven 
 blijken - lijken - schijnen
heten, dunken, voorkomen

Slide 6 - Diapositive

De vier stappen
  1. Zoek het belangrijkste ww in de zin.
  2. Kan dit een kww zijn?
  3. Kun je het vervangen door een ander kww?
  4. Koppelt het werkwoord een eigenschap/kenmerk aan het onderwerp?

Slide 7 - Diapositive

Een operatie aan je keelamandelen schijnt (1) op hogere leeftijd bijzonder vervelend te zijn (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 8 - Quiz

Super Mario zal (1) altijd de held uit mijn kinderjaren blijven (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 9 - Quiz

Ondanks de aanwezigheid van de politie zijn (1) de betogers in groepjes teruggekomen (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 10 - Quiz

De negentigste verjaardag van mijn overgrootmoeder is (1) een groot feest geweest (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 11 - Quiz

De weersvoorspelling voor komend weekend blijkt (1) gunstig te zijn (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 12 - Quiz

Mijn grootouders zijn (1) een maand langer in Thailand gebleven (2).
A
1 = kww 2 = zww
B
1 = zww 2 = zww
C
1 = hww 2 = kww
D
1 = hww 2 = zww

Slide 13 - Quiz

Het veulen blijkt (1) vannacht uit de wei te zijn (2) verdwenen (3).

A
1 = hww 2 = kww en 3 = zww
B
1 = zww 2 = hww en 3 = hww
C
1 = hww 2 = hww en 3 = zww
D
1 = hww 2 = hww en 3 = kww

Slide 14 - Quiz

Wat heb je nu geleerd over het koppelwerkwoord?

Slide 15 - Carte mentale