5.5. Van splintergroep naar staatsgodsdienst

Geloof jij in het
leven na de dood?
1 / 35
suivant
Slide 1: Carte mentale
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Geloof jij in het
leven na de dood?

Slide 1 - Carte mentale

Deze les: 
- Nabespreken PW PWW2 
- Nieuw hoofdstuk inhoudelijk behandelen
- aantekeningen maken tijdens de les 
- zelfstandig aan de slag met opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Het Romeinse Rijk


4. Het christendom

Slide 3 - Diapositive

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het christendom ontstond en waarom dit een belangrijke godsdienst werd.

Slide 5 - Diapositive

Leervragen
1. Ik kan het jodendom beschrijven

2. Ik kan beschrijven hoe het christendom ontstaan is

3. Ik kan de hoofdlijnen van het christendom uitleggen

4. Ik kan uitleggen hoe het christendom zich eerst in het Romeinse Rijk en later door Europa kon verspreiden

Slide 6 - Diapositive


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Mono = één
Theos = God
Poly = meer

  • monotheïsme = godsdienst met één God
  • polytheïsme = godsdienst met meerdere Goden

Slide 9 - Diapositive

Jodendom
  • Geschiedenis start met Abraham (voor zijn stam was er maar één god)
  •  Zijn kleinzoon Jacob trekt op aanwijzing van god naar Egypte. (Joden worden slaaf gemaakt).
  • God stuurt Mozes om de Joden te bevrijden en terug te leiden naar het beloofde land
  • Mozes stelt de Tien Geboden op

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Romeinen veroveren Judea
  • Deze verhalen staan in de Tenach (Het Oude Testament)
  •  Romeinen veroveren Israël, dit wordt een provincie van Judea (Joden zien dit als een straf van God)
  • Joden verwachten een Messias: persoon die hen zou bevrijden van de Romeinen

Slide 14 - Diapositive

Aantekeningen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Ontstaan Christendom
  • 4 v. Chr. wordt Jezus van Nazareth werd geboren in Judea

  • Hij kreeg veel volgelingen: 
  • Hij zou zorgen voor een betere tijd (zonder Romeinen)
  • Relatie met God zou hersteld worden
  • Zijn volgelingen heten Christenen

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Leven van Jezus
  • Zijn volgelingen (sommige Joden) zagen hem als de Messias
  • Veel onrust in Judea, hij krijgt veel volgelingen
  • Er ontstaat gevaar een opstand
  • Slecht voor de Joden (de meeste Joden geloven Jezus niet) en voor de Romeinen
  • Jezus wordt tot de kruisdood veroordeeld

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive


Heeft Jezus echt bestaan?


  • Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen (geschreven) bronnen zijn. 
  • Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon. 
  • Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).






Slide 21 - Diapositive

De Bijbel
  • Apostelen schreven over het leven en de dood van Jezus (Nieuwe Testament) 
  • Oude + Nieuwe Testament = de Bijbel 
  • Christendom gaat over naaste liefde (veel mensen voelen zich aangetrokken)
  • Arme mensen, Slaven, Vrouwen en Soldaten uitgesloten voor het Romeinse Geloof (niet genoeg geld om te offeren)
  • Aanbidden van God is gratis. Iedereen kon in de hemel terecht komen 

Slide 22 - Diapositive


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Aantekeningen
timer
7:00

Slide 25 - Diapositive


Christenvervolging


  • Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
  • Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!

  • De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 26 - Diapositive




Rond het jaar 100 schreef de Romeinse 
historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 27 - Diapositive


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Keizer Nero was één van de felste tegenstanders van de christenen. Hij gaf hen de schuld van de grote brand van Rome (die hij vermoedelijk zelf had laten stichten) en liet hen op de meest gruwelijke manieren aan hun eind komen.
Dit is een schilderij uit de 19e eeuw: Nero kijkt naar het lichaam van een christen die zojuist om het leven is gebracht.

Slide 28 - Diapositive


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 29 - Diapositive

Waarom werden mensen, ondanks de vervolgingen, toch christen?
  • Armoede
  • Naastenliefde 
  • Een hiernamaals (hemel)

  •  Dus doodgaan door de honger of eten krijgen van de kerk?
  • Sterven zonder hoop op iets of sterven met hoop op een hiernamaals?

Slide 30 - Diapositive

Hoe werd het christendom een staatsgodsdienst?
  1. Eerst was de godsdienst verboden 
  2. Na 'een droom' van Keizer Constantijn in 312 kregen de Romeinen godsdienstvrijheid 
  3. In 394 maakte Keizer Theodosius het christendom staatsgodsdienst
  4. Andere godsdiensten werden verboden en alles wat daarmee te maken had (zoals de Olympische Spelen)

Slide 31 - Diapositive





  • ...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 

  • Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen. 
  • Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.

Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.

Slide 32 - Diapositive

Begrippen uit deze les

  • polytheïsme
  • monotheïsme
  • profeten
  • Tenach
  • Oude + Nieuwe testament
  • Christus/Messias
  • Apostel
  • Bijbel
  • vervolgen
  • staatsgodsdienst

Slide 33 - Diapositive

Aantekeningen + maken opdr. 

Aantekeningen + 

Maak de opdrachten van paragraaf 5.5 in TvG

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo