Oefentoets

Elektriciteit oefentoets en herhaling
Pak een rekenmachine, schrift en een pen op tafel.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Elektriciteit oefentoets en herhaling
Pak een rekenmachine, schrift en een pen op tafel.

Slide 1 - Diapositive

Maar eerst
  • Denk aan formules, berekeningen en eenheden op te schrijven.
  • Niet overleggen 
  • Schrijf deze formules over voordat we gaan beginnen:

Slide 2 - Diapositive

Verband tussen aantal windingen en de spanningEnergie en vermogen
  • aantal windingen primair →
  • aantal windingen secundair →
  • primaire spanning (V) →
  • secundaire spanning (V) →         *
np
ns
Up
Us
UsUp=nsnp
Paragraaf 1

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 1: Over een primaire spoel met 195 windingen van een transformator loopt een spanning van 240V. Over de secundaire spoel loopt een spanning van  16V. Wat is het aantal windingen op de secundaire spoel?
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 1: Over een primaire spoel met 195 windingen van een transformator loopt een spanning van 240V. Over de secundaire spoel loopt een spanning van  16V. Wat is het aantal windingen op de secundaire spoel?
Gegevens
Np = 195
Up = 240V
Us = 16 V 
Gevraagd
  Ns = ?
Oplossing
Up/Us = Np/Ns
240/16 = 195/Ns
Ns = 13
Conclusie:
De secundaire spoel heeft 13 windingen 

Slide 5 - Diapositive

Joule en Kilowattuur
  • De Kilowattuur (kWh) is eigenlijk overbodig.
  • Toch nog veel gebruik bij bijvoorbeeld bedrijven en thuis.
  • 1kWh staat gelijk aan 3,6 MJ
  • 1 MJ staat gelijk aan 1 miljoen J *

                                                           x 3,6

                                                            : 3,6
kWh
MJ
Paragraaf 2

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 2: Reken om
a. 1000 MJ = .... kWh


b. 0,15 kWh = .... J


c. 3600 mJ  = ... kWh
timer
3:00

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 2: Reken om
a. 1000 MJ = 1000/3,6 = 278  kWh


b. 0,15 kWh = 0,54 MJ = 540000 J = 54 * 104 J


c. 3600 mJ  = 3,6 J = 3,6 * 10-6 MJ = 3,6 * 10-6 / 3,6 = 1 * 10 -6 kWh

Slide 8 - Diapositive

Energie en vermogen
  • Formule van elektrisch vermogen wordt vaak samen gebruikt met de formule van elektrische energie.
  • elektrische energie (J) = vermogen (W) x tijd (s) 
  • In de volgende oefening zullen we beiden combineren. *
P=UI
E=Pt
Paragraaf 2

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 3: Een accu in een telefoon bevat 1,8 Wh aan elektrische energie. De spanning van de accu is 1,5 V. De accu levert een stroomsterkte 0,125 mA. Hoeveel uur kan de telefoon aanstaan voordat de accu leeg is.
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 3: Een accu in een telefoon bevat 1,8 Wh aan elektrische energie. De spanning van de accu is 1,5 V. De accu levert een stroomsterkte 0,125 mA. Hoeveel uur kan de telefoon aanstaan voordat de accu leeg is.
Gegevens
E = 1,8 Wh 
U = 1,5 V
I = 0,125 A

Gevraagd
t = ? uur
Oplossing
E = P *t
t = E/P
P = U*I = 1,5 *0,125 = 0,1875 W
t = E/P = 1,8 / 0,1875 = 9,6 uur
Conclusie:
De telefoon kan 9,6 uur aan staan 

Slide 11 - Diapositive

Overbelasting
  • Als de stroomsterkte in een leiding te groot wordt kan deze te warm worden en brandgevaar als gevolg hebben. 
  • In woningen is de maximale stroomsterkte op een groep meestal 16A.


  • Als het vermogen op een groep dus meer dan 3,7 kW is dan heb je overbelasting.*
Ptot=UItot=23016=3680W=3,7kW
Paragraaf 3

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 4: In de woonkamer staan een aantal apparaten. Een tv van 1500W, een radio van 1100W, een lamp van 450W en een Playstation 5 van 800W. Wat is de maximale stroomsterkte op de groep? Is er overbelasting?
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 4: In de woonkamer staan een aantal apparaten. Een tv van 1500W, een radio van 1100W, een lamp van 450W en een Playstation 5 van 800W. Wat is de maximale stroomsterkte op de groep? Is er overbelasting?
Gegevens
P1 = 1500W
P2=1100W
P3=450W
P4=800W
Gevraagd
I = ? 
Oplossing
Ptot = 3850
I = P/U = 3850/230 = 16,7A
Conclusie:
Ja er is overbelasting want de stroomsterkte is groter dan 16A

Slide 14 - Diapositive

Lekstroom
  • Als de stroomsterkte over de fasedraad en nuldraad verschilt dan ontsnapt er ergens stroom. Dit wordt de lekstroom genoemd.
  •  
  • Als het verschil tussen
     de fasedraad en nuldraad
     boven de 30 mA komt
     wordt de stroom
     uitgeschakelt door de
     aardlekschakelaar.
Ilek=IfasedraadInuldraad
Paragraaf 4

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 5: Bij het maken van een tosti krijg je een schok van het tosti-ijzer. Over de fasedraad loopt een stroom van 4,321A en op de nuldraad loopt een stroom van 4,286A. Hoe groot is de lekstroom? Zal de aarlekschakelaar de stroom uitschakelen? 
Gegevens
  •  
  •  
  •  
Gevraagd
  •  
Oplossing
Conclusie:
timer
3:00

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 5: Bij het maken van een tosti krijg je een schok van het tosti-ijzer. Over de fasedraad loopt een stroom van 4,321A en op de nuldraad loopt een stroom van 4,286A. Hoe groot is de lekstroom? Zal de aarlekschakelaar de stroom uitschakelen? 
Gegevens
I fase = 4,321A
I nul = 4,286 A 
Gevraagd
Lekstroom
Oplossing
Lekstroom = 4,321 - 4,286 = 0,035 A = 35 mA 
Conclusie:
Ja de aardlekschakelaar zal uit gaan, want de lekstroom is groter dan 30mA

Slide 17 - Diapositive

Voorvoegsels 
Leer de voorvoegsles in 3 minuten uit je hoofd
Vaardigheden
timer
3:00

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 6: Schrijf in 2 significante cijfers, gebruik waar nodig wetenschappelijk notatie
1236,87 km   = ............ m

0,25 MJ            = …......... J 

0,00034 g       = ............. mg

500 µA             =  ...... .....A

340,8 kV              = ..............V





timer
3:00

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 6: Schrijf in 2 significante cijfers, gebruik waar nodig wetenschappelijk notatie
1236,87 km   =  1236870 m = 1,3 * 106 m = 1,3 Mm
0,35 MJ            = 0,35 * 106 J  OF = 3,5  * 105 J

0,00034 g       =  0,34 mg

500 µA             =  .......A

340,8 kV              = ..............V





Slide 20 - Diapositive