Praten over fictie - Alaska

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Boekentip

Titel: Alaska

Auteur: Anna Woltz

Verschenen: 2016

Uitgeverij: Querido

Waar gaat het fragment over?

Op de eerste dag van het schooljaar weet Sven het zeker: hij wil niet zielig gevonden worden. Parker wil juist onzichtbaar zijn. Ze heeft net de ergste zomer van haar leven achter de rug en vertrouwt niemand meer. Haar vader is bij een overval op hun winkel neergeschoten. Dan ontdekt Parker dat Alaska, de hond die eerst van háár was, nu bij Sven woont – als zijn hulphond. Overdag wil Parker niks te maken hebben met Sven, omdat Sven Parker belachelijk heeft gemaakt. Er zit dus maar één ding op. Als ze Alaska ooit nog wil zien, moet dat ’s nachts.

Sven krijgt tijdens het mentorlesuur van meneer Hoppenbrouwer een epilepsieaanval.

1. Hoe reageren zijn klasgenoten op deze aanval?
2. Hoe reageert Sven na deze aanval?
3. Wat is Svens grootste angst na deze aanval?
4. Hoe zou jij reageren als je bij Sven in de klas had gezeten?

Op bladzijde 28 staat: ‘Het is niet besmettelijk’, zeg ik hard. ‘En als ik geen aanval heb, dan is er niks met me aan de hand. Helemaal niks.’ 

Wat is volgens jou de reden dat Sven dit tegen zijn klasgenoten zegt?

Boekentip

Titel: Alaska

Auteur: Anna Woltz

Verschenen: 2016

Uitgeverij: Querido

Waar hebben we de vorige les over gelezen?

Parker en Sven reageren totaal verschillend als ze Alaska zien. 

1. Wat is het grootste verschil in hun reacties?
   
2. Wat betekent Alaska voor Sven?
   
3. Wat betekent Alaska voor Parker?
   

Op bladzijde 36 zegt Parker tegen zichzelf: ‘Ik weet nu precies wat er moet gebeuren. Ik ga Alaska ontvoeren.’

1. Waarom vindt Parker dit een goed plan?
2. Stel jij staat in Parkers schoenen: wat zou jouw reactie zijn?
   

In het boek lees je hoofdstukken die geschreven zijn vanuit Sven en hoofdstukken die geschreven zijn vanuit Parker.
Met wie leef je het meeste mee?
En waarom?

1. Parker
2. Sven

1J - Vrijdag 19 november

Deze les: 

• Verhaal (vakantiedag) afmaken, als deze nog niet af is en inleveren in Teams Opdrachten - 'versie 2'
• Schrijven H1 (opdr. 2 en 3) begin maken > werk uit het boek. Je mag wel in Word typen. 
• Klaar? Maak in tweetallen Schrijven H1, opdr. 4 of ga lezen.

1K - vrijdag 19 november

• Oefentoets Formuleren H1+2 afmaken
• Extra oefenen: De Brug (Spelling, werkwoordspelling, Formuleren), 'trainen' via NN Online. Boek op 1hv zetten en dan H1 + H2 extra opdrachten maken. 
• Eind van de les: Kahoot!

create.kahoot.it