Week 34 Nederlands 3V1

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mobiele telefoon in je tas! 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plattegrond

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afspraken in de les




  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek en pen/papier.
  • Spullen en huiswerk (ook als het huiswerk niet volledig is) niet op orde: BV/HV op Magister. 
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Week 34  21 augustus t/m 
25 augustus 2023
  • Uitleg PTD. Planning. 
  • Weektaken huiswerk 
  • Een keer per week controle huiswerk. 
  • Lezen van boeken en lezen in de les.
  • Uitleg RTTI.
  •  ayyiw - code LessonUp
  • Alle communicatie via magister
  • Start theorie fictie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boekenlijst VWO 3
  • Dit schooljaar 4 boeken. R1 2x en R3 2x
  • Lezenvoordelijst.nl 12-15 jaar niveau 4.
  • Niveau => zie lijst, zie magister mail.








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PTD rapportperiode 1 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
101
SO
Luistervaardigheid
45 min
1
Nee
102
SO
Literatuur, fictie (H. 1 t/m H. 4) en schrijfvaardigheid (H. 2, 3 en 6)

45 min
1
Nee

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling vorige week

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Deze week:

  • Je leert welke factoren een rol spelen bij het beoordelen van fictie als literatuur of lectuur

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weektaak
Lees de theorie op bladzijde 60 en 61
Maak opdracht 6 op bladzijde 63

Klaar?

Start met vorm en inhoud op bladzijde 64, lees de theorie door.
Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 66

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is fictie?
Fictie is een vorm van literatuur die verhalen en personages bevat die verzonnen zijn. Denk aan romans, korte verhalen en poëzie.

Personages => diepgang


Slide 14 - Diapositive

Leg kort uit wat fictie is en geef voorbeelden.
Wat is literatuur?
Literatuur verwijst naar fictie van hoge kwaliteit die artistieke waarde heeft en vaak wordt gezien als een vorm van kunst.

Verwijst naar hoge cultuur (elitair).

Voorbeelden: klassieke muziek, beeldende kunst en bijzondere architectuur.

Slide 15 - Diapositive

Leg het concept van literatuur uit en benadruk de artistieke waarde.
Wat is lectuur?
Lectuur verwijst naar fictie die voornamelijk bedoeld is voor vermaak en ontspanning, zonder de nadruk op artistieke waarde.

Verwijst naar lage cultuur (populair).

Voorbeelden: popmuziek, cabaret, amusementsprogramma's.

Slide 16 - Diapositive

Leg het concept van lectuur uit en benadruk het vermaakaspect.
Factoren bij beoordeling
Er zijn verschillende factoren die een rol spelen bij het beoordelen van fictie als literatuur of lectuur, zoals schrijfstijl, diepgang, thema's en doelgroep.


Slide 17 - Diapositive

Beschrijf de factoren die een rol spelen bij de beoordeling en geef voorbeelden.
Schrijfstijl
De schrijfstijl omvat het taalgebruik, de zinsbouw en de stijl van de auteur. Een literair werk heeft vaak een verfijnde en expressieve schrijfstijl.

Slide 18 - Diapositive

Beschrijf wat schrijfstijl inhoudt en geef voorbeelden.
Diepgang
Diepgang verwijst naar de complexiteit en gelaagdheid van een verhaal. Literatuur heeft vaak diepgaande thema's en personages.

Slide 19 - Diapositive

Leg uit wat diepgang betekent en geef voorbeelden.
Thema's
Thema's zijn de belangrijkste onderwerpen die in een verhaal worden behandeld. Literaire werken hebben vaak diepgaande en universele thema's.

Slide 20 - Diapositive

Beschrijf wat thema's zijn en geef voorbeelden.
Begrippen
  • Literatuur versus lectuur
  • Uniek versus clichématig
  • Het literaire veld (uitgevers, recensenten, DWDD)
  • Literaire canon (lijst met 125 literaire werken)
  • Hoge en lage cultuur

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • Je leert welke factoren een rol spelen bij het beoordelen van fictie als literatuur of lectuur.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!
 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions