Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2425 week 7
https://www.google.com/search?q=etre+alain+le+lait&oq=etre+alain+le+lai&gs_lcrp=EgZjaHJvbWUqBwgAEAAYgAQyBwgAEAAYgAQyBggBEEUYQDIGCAIQRRg5MggIAxAAGBYYHjIICAQQABgWGB4yCAgFEAAYFhgeMggIBhAAGBYYHjIICAcQABgWGB7SAQk0MDA1ajBqMTWoAgiwAgE&sourceid=chrome&ie=UTF-8
Ouvrez le lien dans un nouvel onglet
1 / 41
suivant
Slide 1:
Lien
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
www.google.com
Slide 1 - Lien
voorbereiden toetsweek
être
lidwoorden
il/elle/ils/elles
Le but: à la fin de ce cours:
heb ik alle grammatica herhaald en heb ik met het grammatica gedeelte van unité 1 geoefend.
Slide 2 - Diapositive
Bookwidget
https://www.bookwidgets.com/play/a1uSfg5K-iQAFNfis5gAAA/EFZQYEZ/bonjour-unite-1?teacher_id=6595064080367616
Slide 3 - Diapositive
Maak de oefening van être van je oefentoets
Klaar?
Start alvast met de woordjes FN aan het begin van de toets
Slide 4 - Diapositive
thiememeulenhoff.bbvms.com
Slide 5 - Lien
Schema Lidwoorden
lidwoord
m
v
mv
de, het
le/l'
la/l'
les
een
un
une
des
Slide 6 - Diapositive
Maak nu het onderdeel lidwoorden van de toets
Klaar?
Maak de woorden FN en eventueel NF
Slide 7 - Diapositive
Ook bij dingen gebruik je:
il/ils
en
elle/elles
Le
camping est joli -
il
est joli
Les
campings sont jolis -
ils
sont jolis
La
chambre est jolie -
elle
est jolie
Les
chambres sont jolies -
elles
sont jolies
Slide 8 - Diapositive
Où est la piscine?
.... est à gauche
A
elle
B
il
Slide 9 - Quiz
Où est le restaurant?
.... est à gauche
A
elle
B
il
Slide 10 - Quiz
Où sont les garçons?
... sont à la maison
A
il
B
ils
Slide 11 - Quiz
Les filles sont jolies?
Oui, ... sont jolies
A
ils
B
elles
C
elle
D
il
Slide 12 - Quiz
Woordkaartjes
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
voorbereiden toetsweek
vragen over grammaire extra
quiz
zelfstandig werken
Le but: à la fin de ce cours:
heb ik de laatste vragen kunnen stellen over de toetsstof
heb ik geoefend met de lesstof
Slide 15 - Diapositive
Hoeveel inwoners heeft Frankrijk?
A
rond de 47 miljoen
B
rond de 66 miljoen
C
rond de 86 miljoen
Slide 16 - Quiz
Hoeveel mensen spreken Frans over de hele wereld?
A
63 miljoen
B
150 miljoen
C
220 miljoen
Slide 17 - Quiz
Paris / Parijs is de hoofdstad van Frankrijk. Hoe groot is Paris?
A
zo groot als de provincie Noord-Holland
B
zo groot als de provincie Utrecht
C
zo groot als de stad Utrecht
Slide 18 - Quiz
Wat betekent 'samedi noir'?
Slide 19 - Diapositive
Les Alpes en les Pyrénées zijn
A
Bergen
B
Rivieren
C
Stranden
Slide 20 - Quiz
Welke dier is het symbool van Frankrijk?
A
een adelaar
B
een leeuw
C
een haan
D
een hond
Slide 21 - Quiz
Girouette = weerhaan
Slide 22 - Diapositive
ik heet
Slide 23 - Question ouverte
meneer
Slide 24 - Question ouverte
frans
Slide 25 - Question ouverte
tot ziens
Slide 26 - Question ouverte
Gaat het? Het gaat goed
Slide 27 - Question ouverte
ja
Slide 28 - Question ouverte
ik ben
Slide 29 - Question ouverte
de meisjes zijn
Slide 30 - Question ouverte
Jullie zijn
Slide 31 - Question ouverte
Het is
Slide 32 - Question ouverte
Ninette is een vriendin van Fatima:
Ninette est ... amie de Fatima.
Slide 33 - Question ouverte
Noteer het lidwoord in correct Frans:
(de) ... amies
Slide 34 - Question ouverte
Het meisje heet Sarah:
..... fille s'appelle Sarah
Slide 35 - Question ouverte
le
la
l'
village
âge
ami
ville
quartier
hôtel
Slide 36 - Question de remorquage
Vervang met il, elle, ils of elles:
La maison est nouvelle.
..... est nouvelle.
Slide 37 - Question ouverte
Vervang met il, elle, ils of elles:
Le collège est grand.
..... est grand.
Slide 38 - Question ouverte
Vervang met il, elle, ils of elles:
Les filles sont jolies.
..... sont jolies.
Slide 39 - Question ouverte
Kies uit: il / elle / ils / elles
Thomas et Marc sont à la terrasse? Non,....sont au camping.
A
il
B
elle
C
ils
D
elles
Slide 40 - Quiz
Kies uit: il / elle / ils / elles
Il y a une école? Oui, ......est à 5 minutes.
A
il
B
elle
C
ils
D
elles
Slide 41 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
week 6-2 v1c
Octobre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
12 maart
Mars 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2425 week 5
Septembre 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
38. 2 lidwoorden + Il (s) en elle (s)
Septembre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo, havo, vwo
Leerjaar 1
23-24 week 5 - les 1
Septembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo, havo, vwo
Leerjaar 1
week 5-1
Septembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
41.1 - lidwoorden + Il (s) en elle (s)
Octobre 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo, havo, vwo
Leerjaar 1
week 8 les 1
Mars 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2