Week 34 - 1B2 - les 3 + 4 - 1.2 Leesstukje + Poëzie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat ligt er op je tafel?

           

           Kom binnen en  
           ga zitten op jouw plek.

1

WELKOM!

2

 Werkboek

   Pen

1. Boek verkennen en kiezen

2. Voorlezen + leesstukje

2. Zelf lezen + leesstukje

3. Start poëzie

Vandaag

Je kunt een boek verkennen en je mening erover geven.

Lesdoel

Programma

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Doelen:

•  Je kunt (lees)ervaringen uitwisselen;
  
•  Je kunt je interesse in soorten fictie aangeven;
•  Je weet wat een flaptekst is;
•  Je weet wat het verschil is tussen fictie en non-fictie;
•  Je kunt een boek verkennen.
  

1.1 Fictie (blz 10 t/m 19)                     

Jouw doelen

1. Dit boek heet:  .............................................
2. Ik denk dat dit de titel is,
   omdat ................................................................
3. Ik denk dat dit een …………….......... verhaal is, omdat .............................
   
4. Ik zou dit boek wel/niet willen lezen, omdat ………………………………..

In tweetallen overleggen welke afspraken we kunnen maken adhv de plaatjes. Bijv: Wat betekent respect voor jou/jullie?

Literaire mindmap

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Na het stil lezen schrijf je kort op wat je hebt gelezen.

Waar? Achterin je woordenschrift.

Hoe?   Schrijf de datum op en daarna 3 zinnen.

Wat?   Wat gebeurde er? Wie heb je leren kennen?
              Wat viel je op? Wat vraag je je af?

Wat is een leesstukje?

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

• Wat is een gedicht?
• Waar herken je het
   aan?
• Heb je zelf wel eens een gedicht gemaakt?
  

Bespreek met je buur:

In tweetallen overleggen welke afspraken we kunnen maken adhv de plaatjes. Bijv: Wat betekent respect voor jou/jullie?

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken in H1.2 - opdracht 2, 3 en 4

Wat?
Met wie?

Hulp?

Eerder klaar?
En daarna?

Zelfstandig

Ik loop een rondje

Lees het gedicht uit H2.2

Kort antwoorden bespreken

Wat vond je goed gaan?

Waar heb je hulp bij nodig?

Wat waren de leerdoelen?

Evaluatie

Wat heb je geleerd?

• Ruim je je plek op?
  
  

• We blijven zitten tot de bel gaat.
  
  
• Schuif je je stoel aan voordat  je het  lokaal verlaat?
  
  

Tot ziens!

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Doelen:

• Je weet wat een gedicht is;
  
• Je kunt zelf een krasgedicht maken;
  

1.2 Poëzie (blz 20 t/m 21)