Energie in Huis: Elektrische Installaties

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Elektriciteit in Huis & Elektrische Installaties

lichtnet.....   wisselspanning.... 230 V ........ stroomsterkte? 

Huiswerk 3H

alle opdrachten nakijken.

Par 3 lezen. blz 28 voorbeeld opdracht 1 blz 30 maken

 

In de les  3H

 opdracht 6 blz 36 maken en bespreken.

samenvatting opdracht 3 maken

opdrachten maken 1 t/m 3 5,6 blz 35

 

Huiswerk 3V

Par 3 HS 1 afmaken opdracht 7 (blz 39) maken.

In de les: opdracht 7 blz 39 bespreken

HS 1 par 4 samenvatten

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de basisprincipes van een huisinstallatie uitleggen en begrijpen.

onderdelen

totale stroomsterkte van de installatie

verschillende draden 

berekeningen maken met P = U x I    E = P x t

Wat weet je al over elektrische installaties in huis?

Voorkennis 

• schakelingen en symbolen
• schakeling parallel
• formule voor vermogen
• formule voor energie  in Joule en kWh 

Huisinstallatie en Netspanning

Een huisinstallatie werkt op een netspanning van 230 V, die parallel aangesloten apparaten van stroom voorziet.

Groepsschakelaar en Stroomsterkte

De groepsschakelaar regelt de totale stroomsterkte en verdeelt deze over de vertakkingen.

Fasedraad, Nuldraad en Schakeldraad

De fasedraad is bruin, de nuldraad is blauw en de schakeldraad is zwart, elk met een specifieke functie in het circuit.

Totale Vermogen en Overbelasting

Het totale vermogen van de installatie is de som van de vermogens van alle apparaten, en overbelasting kan leiden tot storingen.

Kortsluiting en Veiligheid

Kortsluiting kan optreden bij een directe verbinding tussen fasedraad en nuldraad, wat gevaarlijk is en beveiligd moet worden.

Stroomsterkte door de Vertakkingen

De stroomsterkte door de vertakkingen kan verschillen en moet binnen veilige grenzen blijven.

Praktijkvoorbeelden en Toepassingen

Bespreking van praktijkvoorbeelden en toepassingen van de leerstof in huiselijke elektrische installaties.

Samenvatting en Vragen

Een samenvatting van de belangrijkste concepten en ruimte voor vragen en discussie.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.