Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
4.3 Soorten werkloosheid
De verschillende soorten werkloosheid zullen uitgelegd worden in deze les.
Slide 2 - Diapositive
hoeveel soorten werkloosheid zijn er denk je
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 3 - Quiz
conjuncturele werkloosheid
Deze ontstaat als er minder geld wordt uitgegeven aan producten en diensten .
Slide 4 - Diapositive
Als het goed gaat met de economie is er dan conjuncturele werkloosheid? Leg je antwoord uit.
Slide 5 - Question ouverte
Zijn er op dit moment veel werklozen volgens jou? Leg je antwoord Uit.
Slide 6 - Question ouverte
Structurele werkloosheid en oorzaken
Structurele werkloosheid; de productie verdwijnt of wordt minder.
Oorzaken:
1. Het product is uit de tijd.
2. Mensen worden vervangen door machines .
3. De productie gaat naar lage lonen landen .
4. De opleiding sluit niet aan bij het werk.
Slide 7 - Diapositive
Technologische ontwikkelingen horen bij ?
A
1 en 2
B
2 en 3
C
2 en 4
D
3 en 4
Slide 8 - Quiz
Frictiewerkloosheid
Als je tijdelijk geen baan hebt doordat je van school af komt of doordat er een tijdje tussen jouw oude en nieuwe baan zit.
Slide 9 - Diapositive
Kees gaat over 2 maanden werken bij zijn nieuwe baas. Tussen de 2 banen gaat hij 2 weken op vakantie. Is dit Frictiewerkloosheid of niet ? Leg je antwoord uit.
Slide 10 - Question ouverte
lll
Slide 11 - Diapositive
Zijn de vorige 2 afbeeldingen plaatsjes van seizoensarbeid? Leg jouw antwoord uit .
Slide 12 - Question ouverte
3 vormen van seizoensarbeid zijn
A
appels plukken, aardappels rooien en werken in een strandtent
B
appels plukken, graan oogsten en speculaas bakken
C
graan oogsten, speculaas bakken en fietsen repareren
D
Appels plukken, werken in een strandtent en schilderen
Slide 13 - Quiz
regio werkloosheid in %
Werkloosheid in een bepaald gebied. Op de afbeelding is het donkere gedeelte het gebied waar veel werkloosheid is.
Slide 14 - Diapositive
Waarom denk je dat er veel werkloosheid is in bijvoorbeeld Groningen?
Slide 15 - Question ouverte
Behoort werkloosheid bij maatschappelijke kosten of opbrengsten en waarom is dat?
Slide 16 - Question ouverte
Kees is net vader geworden , hij gaat voor zijn zoon zorgen omdat zijn vrouw beter verdient. over 2 jaar gaat hij weer aan het werk. Wat voor soort werkloosheid is dit?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
verborgen werkloosheid
D
regio werklooshedi
Slide 17 - Quiz
Rogier werkt 's zomers in een strandtent die in de winter gesloten is. Wat voor soort werkloosheid is dit?
A
structurele werkloosheid
B
verborgen werkloosheid
C
geregistreerde werkloosheid
D
seizoenwerloosheid
Slide 18 - Quiz
Abdel krijgt volgende maand zijn diploma en over 2 maanden gaat hij aan het werk als loodgieter. Welke soort werkloosheid is dit ?
A
Frictie werkloosheid
B
seizoenwerkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
structurele werkloosheid
Slide 19 - Quiz
De fabriek die stoelen maakt wordt verplaats naar Roemenië waar de lonen lager zijn. Alle werknemers verliezen hun baan. Welke soort werkloosheid is dit ?
A
regionale werkloosheid
B
geregistreerde werkloosheid
C
frictie werkloosheid
D
structurele werkloosheid
Slide 20 - Quiz
Carla heeft een goed lopend bedrijf. Ze heeft 10 man in dienst en produceert 3500 per week. a. Hoeveel is de arbeidsproductiviteit per dag? b. Hoeveel is de arbeidsproductiviteit per maand?
Slide 21 - Question ouverte
Carla vindt de loonkosten ten hoog en ontslaat 2 man en koopt een nieuw machine. Welke soort werkloosheid is hier van toepassing ?
Slide 22 - Question ouverte
De 2 werknemers van Carla behoren tot de beroepsbevolking ook al zijn ze nu zonder werk. Behoren ze tot de vraag of het aanbod van arbeid. Leg je antwoord uit.