Hav. 3-Schrijven- H.1

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je op verschillende manieren de aandacht van de lezer te trekken en het onderwerp van de tekst te introduceren

-Kun je op verschillende manieren een tekst afronden

-kun je een inleiding schrijven en inhoudelijke verbanden aangeven met signaalwoorden


1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je op verschillende manieren de aandacht van de lezer te trekken en het onderwerp van de tekst te introduceren

-Kun je op verschillende manieren een tekst afronden

-kun je een inleiding schrijven en inhoudelijke verbanden aangeven met signaalwoorden


Slide 1 - Diapositive

De inleiding van een tekst heeft twee functies: de aandacht van de lezer trekken en het onderwerp introduceren.
Eerst trek je de aandacht van de lezer: je maakt hem nieuwsgierig naar de rest van de tekst. Daarna introduceer je het onderwerp.



Je trekt de aandacht van de lezer met:

Slide 2 - Diapositive

iets uit de actualiteit

iets uit de geschiedenis

een voorbeeld, zoals een kort verhaaltje (anekdote) of een eigen ervaring

iets wat voor de lezer van persoonlijk belang is


Slide 3 - Diapositive

Lees de voorbeelden op blz. 18








Hier volgt een aantal tips. 
                                                                         

Slide 4 - Diapositive

Je introduceert het onderwerp op een van de volgende manieren:

Je stelt een hoofdvraag en eventueel deelvragen over 
een verschijnsel.

Je formuleert een probleem door middel van 
een probleemstelling.

Je geeft je standpunt.


Slide 5 - Diapositive

In het slot formuleer je de hoofdgedachte van de tekst: het antwoord op de hoofdvraag, 
een oplossing voor het probleem of 
een herhaling van je standpunt.


Vaak is de hoofdgedachte een conclusie. Die kun je aanvullen met een aanbeveling (advies) of een toekomstverwachting.

Slide 6 - Diapositive


In het slot gebruik je signaalwoorden, zoals daarom, kortom, al met al en dus.


De tekst sluit je zo mogelijk af met een krachtige zin: een uitsmijter.

Slide 7 - Diapositive

Een uitsmijter geeft iets extra’s mee aan het einde van je tekst en zorgt dat de boodschap langer blijft hangen. Humor is kenmerkend bij uitsmijters. Columnisten zijn er doorgaans heel sterk in.

De uitsmijter kun je altijd eindigen met het kort en krachtig herhalen van je kernboodschap: 'En daarom ben ik voor het verlagen van de leeftijd naar zestien jaar! ' Mocht je overwegen te eindigen met het stellen van vragen: niet doen!



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Lien

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag

Slide 12 - Diapositive

Voordat je de opdrachten maakt, lees je zelf nog eens uitgebreid de theorie op blz. 18

Let op, we werken andersom
Maken: eerst opdr. 4, dan opdr. 3, opdr. 2 vervolgens de startopdr.  en als laatste opdr. 1   
blz. 19 


Snel klaar?  Je leest verder in je boek

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive