Delend lidwoord unité 6
1 / 22
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke woorden horen bij elkaar?
De koffie
jakkes!
honger hebben
het spijt me
het drankje
avoir faim
le café
Je regrette
berk!
la boisson
Slide 2 - Question de remorquage
Welke woorden horen bij elkaar?
La fraise
pommes de terre
le poivron
l'oeuf
la viande
de paprika
de aardbei
het ei
aardappel
het vlees
Slide 3 - Question de remorquage
Aller
Gaan
Je
Ik neem
Tu
Jij neemt
Il / elle
Hij / zij neemt
on
wij nemen
nous
wij nemen
vous
jullie nemen / u neemt
Ils / Elles
zij nemen
Verbe "Aller" - Apprendre 3, p.142
prends
prend
prennent
prenons
prends
prenent
prenez
prend
Slide 4 - Question de remorquage
Schrijf nu zelf het rijtje van 'prendre' op
Slide 5 - Question ouverte
Qu'est-ce que ..... aujourd'hui?
(jullie nemen)
(jullie nemen)
A
nous prenons
B
vous prenez
C
nous prendons
D
vous prendez
Slide 6 - Quiz
.... un chocolat chaud
(hij neemt)
(hij neemt)
A
il prendre
B
il prends
C
il prend
D
il prende
Slide 7 - Quiz
..... une glace
(Julien en Luc nemen)
(Julien en Luc nemen)
A
Julien et Luc prendre
B
Julien en Luc prenent
C
Julien et Luc prenons
D
Julien et Luc prennent
Slide 8 - Quiz
...... de la viande (wij nemen)
Slide 9 - Question ouverte
..... beaucoup de frites
(jullie nemen)
(jullie nemen)
Slide 10 - Question ouverte
...... un dessert
(ik neem)
(ik neem)
Slide 11 - Question ouverte
Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'
Slide 12 - Question de remorquage
Delend lidwoorden:
Woorden van hoeveelheid:
beurre "boter"
glace "ijs "
énergie "energie"
frites "frietjes"
un paquet
beaucoup
trop
un plat
beurre
glace
énergie
frites
du
de la
de l'
des
de
de
de
d'
Slide 13 - Question de remorquage
Grammaire: Delend lidwoord
Je voudrais
pommes, s'il vous plaît.
Je voudrais
500 grammes
oranges, sil vous plaît.
Je voudrais
un kilo
pommes sucrées.
Je prends
légumes.
Je voudrais
encore
fromage.
J'aimerais
viande.
de
d'
du
de la
de l'
des
des
Slide 14 - Question de remorquage
Je voudrais ....... salade
Slide 15 - Question ouverte
Nous mangeons ...... haricots verts
Slide 16 - Question ouverte
Je voudrais beaucoup ..... yaourt
Slide 17 - Question ouverte
Je prends un kilo .... tomates
Slide 18 - Question ouverte
Maak een Franse zin met de volgende woorden: J'ai pris (pak, groente)
Slide 19 - Question ouverte
Maak weer een zin:
Ils achètent hoeveel / worteltjes ?
Ils achètent hoeveel / worteltjes ?
Slide 20 - Question ouverte
Maak weer een zin:
Je bois (glas/ cola)
Je bois (glas/ cola)
Slide 21 - Question ouverte
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
Monsieur
Voilà
S'il vous plait
C'est tout
oui
je voudrais
1. Ik wil graag
2. Ja
3. Alstublieft (van geven)
4. Alstublieft (beleefdheid)
5. Dat is alles
6. Meneer
