Les 5 Werken in de stad



Geschiedenis
Introductie
Les 5 Werken in de stad
Geschiedenis
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



Geschiedenis
Introductie
Les 5 Werken in de stad
Geschiedenis

Slide 1 - Diapositive

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Van wanneer tot wanneer duurt de tijd van steden en staten?
A
300 v. Ch. tot 500
B
500 tot 1000
C
1000 tot 1500
D
1500 tot 1600

Slide 3 - Quiz

Noem zo veel mogelijk dingen waardoor de handel en landbouw weer op kwam in deze tijd.

Slide 4 - Carte mentale

6.2 Het ontstaan van steden

Slide 5 - Diapositive

Toen steden ontstonden werden ze soms best machtig. Waar kwam deze macht vandaan?
A
Van de adel
B
Van de geestelijken
C
Van de boeren
D
Van veroveringen

Slide 6 - Quiz

Leerdoel
Je kunt uitleggen welke beroepen er uitgeoefend werden in de Middeleeuwse stad.
Je kunt 3 functies uitleggen van gildes en hoe deze opgebouwd waren (leerling, gezel, meester).

Slide 7 - Diapositive


Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 8 - Diapositive

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 9 - Diapositive







Een voorbeeld van een meesterproef.

Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.

Slide 10 - Diapositive


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 11 - Diapositive

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 12 - Diapositive

1

Slide 13 - Vidéo


Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.

Slide 14 - Quiz


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz


Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz


Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 20 - Quiz

huiswerk
T/H:
5.1 Werken in de stad


Slide 21 - Diapositive