Unit 5 K1 vocabulary

Welke Engelse woorden ken je die te maken hebben met dieren?
1 / 13
suivant
Slide 1: Carte mentale
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Welke Engelse woorden ken je die te maken hebben met dieren?

Slide 1 - Carte mentale

Vertaal het woord 'dolfijn' in het Engels.
A
seals
B
whales
C
sharks
D
dolphin

Slide 2 - Quiz

What is the English name for 'olifant'?
A
elephant
B
giraffe
C
rhino
D
hippo

Slide 3 - Quiz

What is the English translation for 'haai'?
A
turtle
B
seahorse
C
octopuse
D
shark

Slide 4 - Quiz

Vertaal het woord 'slang' in het Engels.
A
lizard
B
crocodile
C
snake
D
frog

Slide 5 - Quiz

Buik
snorharen
mond
Vacht
hoofd
Belly
whiskers
mouth
Fur
head

Slide 6 - Question de remorquage

Is a lion a type of animal?
A
False
B
True

Slide 7 - Quiz

What kind of animal do you have at home and what is its name?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe vertaal je
de naam van
dit dier in het Engels?
A
vogel
B
mouse
C
butterfly
D
parrot

Slide 9 - Quiz

Hoe vertaal je cavia in het Engels?
A
dolphin
B
guinea pig
C
butterfly
D
parrot

Slide 10 - Quiz

Hoe vertaal je het woord 'tanden' in het Engels?
A
teeth
B
belly
C
tand

Slide 11 - Quiz

Hoe vertaal je het woord 'giraf' in het Engels?
A
shark
B
elephant
C
giraffe

Slide 12 - Quiz

snavel
poot
vleugel
veer
beak
paw
wing
feather

Slide 13 - Question de remorquage