5.2: Crises tijdens de Koude Oorlog DEEL 1

Sleep het land naar de juiste invloedssfeer.
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Nederland
Oost-Duitsland
West-Duitsland
Polen
Frankrijk
Hongarije
Tsjechoslowakije
Italië
België
Joegoslavië
1 / 27
suivant
Slide 1: Question de remorquage
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Sleep het land naar de juiste invloedssfeer.
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Nederland
Oost-Duitsland
West-Duitsland
Polen
Frankrijk
Hongarije
Tsjechoslowakije
Italië
België
Joegoslavië

Slide 1 - Question de remorquage

Waarom wil de Sovjet-Unie dat Oost-Europese landen communistisch worden na de Tweede Wereldoorlog?
A
Om de economie te stimuleren.
B
Om de banden met westerse landen te versterken.
C
Om een bufferzone te creëren tegen mogelijke toekomstige aanvallen.
D
Om democratische waarden te verspreiden.

Slide 2 - Quiz

Wat was een belangrijk argument voor de containment politiek van de Amerikaanse president Harry Truman?
A
Het promoten van kapitalisme wereldwijd.
B
Het voorkomen van de verspreiding van het communisme.
C
Het versterken van de Europese economie.
D
Het vergroten van de Amerikaanse invloed in Azië.

Slide 3 - Quiz

5.2: Crises tijdens de Koude Oorlog
De Koude Oorlog zorgt voor een aantal crises in de wereld, zoals de Hongaarse Opstand, de bouw van de Berlijnse Muur, de Cubacrisis en de Praagse Lente. Uiteindelijk komt er aan het begin van de jaren ’90 een einde aan de Koude Oorlog.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 5.2
5.2A: Je kunt uitleggen hoe de wapenwedloop tijdens de Koude Oorlog voor wederzijdse afschrikking zorgde.
5.2B: Je kunt beschrijven hoe de Koude Oorlog verliep aan de hand van de Hongaarse Opstand, de Berlijnse Muur, de Cubacrisis en de Praagse Lente.
5.2C: Je kunt verklaren wat de oorzaken zijn voor het einde van de Koude Oorlog.
5.2D: Je herkent de belangrijkste personages uit de Koude Oorlog: John F. Kennedy, Nikita Chroesjtsjov, Ronald Reagan en Michaïl Gorbatsjov.

Slide 5 - Diapositive

Wapenwedloop
  • SU: Wij hebben ook atoombom!
  • Angst voor echte oorlog neemt toe, dus ook angst om achter te lopen op de tegenstander
  • Wederzijdse afschrikking omdat wraak verschrikkelijk zou zijn; genoeg wapens om wereld te vernietigen
5.2A

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Hongaarse Opstand
  • Chroestsjov volgt Stalin op (1953)
  • Minder streng beleid; mensen vrijgelaten, einde terreur en persoonsverheerlijking
  • Opstand in Hongarije (1956):Wens voor minder streng communistische regering
  • Reactie SU: Dertigduizend soldaten slaan opstand neer
5.2B

Slide 8 - Diapositive

Berlijnse Muur
  • Vluchtroute uit Oostblok via West-Berlijn, miljoenen mensen vluchten
  • DDR bouwt met hulp SU een muur rondom West-Berlijn
  • Vluchten betekende neergeschoten worden
  • Symbool Koude Oorlog
5.2B

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Diapositive

Nikita Chroesjtsjov, leider Sovjet-Unie van 1953-1964.
John F. Kennedy, president VS van 1961-1963

Slide 13 - Diapositive

Cubacrisis

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Cubacrisis
  • Kernwapens op Cuba, vlakbij de VS, Cuba voelt zich bedreigd
  • Ontdekking door spionagevliegtuigen VS
  • Kennedy: Blokkade van Cuba
  • Chroesjtsjov: Weigert schepen met raketten terug te roepen
  • Overeenstemming: Wapens weg uit Cuba (SU) en uit Turkije (VS)
5.2B

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Noem een overeenkomst en een verschil tussen de wapenwedloop tijdens de Eerste Wereldoorlog en tijdens de Koude Oorlog.

Slide 19 - Question ouverte

Leg uit dat wederzijdse afschrikking een kernoorlog heeft voorkomen.

Slide 20 - Question ouverte

Leg uit wat de boodschap van de cartoon is.

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de belangrijkste reden dat Sovjet-Unie toestemming geeft voor de bouw van de Berlijnse Muur?

Slide 22 - Question ouverte

Leg uit waarom de VS en de Sovjet-Unie ruzie kregen over Cuba.

Slide 23 - Question ouverte

Wat houdt destalinisatie in?
A
Afname van Stalin's invloed
B
Versterking van communistische ideologie
C
Toename van autoritair leiderschap
D
Verandering in het Sovjetbeleid

Slide 24 - Quiz

In welk jaar vond de Hongaarse Opstand plaats?
A
1968
B
1975
C
1945
D
1956

Slide 25 - Quiz

Wat was de belangrijkste reden voor de bouw?
A
Om een einde te maken aan vluchtelingenstromen
B
Voor militaire oefeningen
C
Om de Berlijnse bevolking te beschermen
D
Voor economische groei

Slide 26 - Quiz

Wat was de aanleiding van de Cubacrisis?
A
De oliecrisis van 1973
B
De plaatsing van Sovjet-raketten in Cuba
C
De bouw van de Berlijnse Muur
D
De Vietnamoorlog

Slide 27 - Quiz