introductietest h5 aarde - klimaten en landschappen

Is jouw kennis over klimaten en landschappen nog paraat?
Weet jij het nog? 
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Is jouw kennis over klimaten en landschappen nog paraat?
Weet jij het nog? 

Slide 1 - Diapositive

Klimaat is ...
A
hetzelfde als het weer
B
het gemiddelde weer over een langere periode

Slide 2 - Quiz

Klimaat Af is het ...
A
tropische regenwoudklimaat
B
savanneklimaat
C
steppeklimaat
D
mediterraan klimaat

Slide 3 - Quiz

Klimaatfactoren: wat is juist?
A
Hoe hoger in de atmosfeer hoe warmer.
B
Hoe lager de breedte hoe warmer.
C
Land warmt langzamer op dan zee.
D
Koude zeestromen zorgen voor veel neerslag.

Slide 4 - Quiz

groter
sterker
kleiner
ijler
Hoe hoger, hoe ..... de lucht.
Hoe hoger de breedte, hoe ..... het oppervlak dat moet worden verwarmd door de zonnestralen. 
Door het verbranden van fossiele brandstoffen wordt het broeikaseffect .....
Hoe verder landinwaarts, hoe .... de matigende invloed van de zee.

Slide 5 - Question de remorquage

De samenstelling van de atmosfeer beïnvloedt de gemiddelde temperatuur op aarde



Zonder het natuurlijke broeikaseffect zou het op aarde veel warmer zijn



Grote temperatuurverschillen op aarde worden veroorzaakt door verschillen in breedteligging



Koude zeestromen zorgen voor meer neerslag dan warme zeestromen



De loefzijde is de natte kant en de lijzijde de droge kant van een berg
JUIST
ONJUIST
A
B
C
D
E

Slide 6 - Question de remorquage


In de aride zone komen droge klimaten voor zoals het steppeklimaat



Verzilting is een vorm van landdegradatie



Taiga komt voor in de polaire zone



De boreale zone bestaat vooral uit loofbossen



Het landschap is een statisch, dus niet dynamisch, systeem
JUIST
ONJUIST
A
B
C
D
E

Slide 7 - Question de remorquage

Luchtstromen gaan van een .......
A
lager naar een hoger luchtdrukgebied
B
hoger naar een lager luchtdrukgebied

Slide 8 - Quiz

Moessons komen voor op ...
A
Lage breedte
B
Hoge breedte
C
Gematigde breedte

Slide 9 - Quiz

Een passaat is een bestendige wind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Welk begrip hoort er bij 'Wind die van subtropische hogedrukgebieden richting de evenaar waait.'
A
Moesson
B
Westenwind
C
Poolwind
D
Passaat

Slide 11 - Quiz

Wat is de oorzaak van het verschuiven van de ITCZ tussen 23,5 NB en 23,5 ZB (dus tussen de keerkringen)?
A
Verandering van zeestromen
B
Verandering van luchtstromen
C
Verandering van zonne-instraling (insolatie)
D
Verandering van neerslagpatroon

Slide 12 - Quiz

90NB
60 0 NB
30o NB
0o 

Subtropisch maximum   

Subpolair minimum

Polair maximum

Equatoriaal minimum

Slide 13 - Question de remorquage

Rode bodems komen voor in de ...?
A
tropische zone
B
aride zone
C
boreale zone
D
polaire zone

Slide 14 - Quiz

Verwoestijning wordt veroorzaakt door ...
A
versnelde bodemerosie
B
verzilting
C
klimaatverandering

Slide 15 - Quiz