Spaans 6e les
Wat gaan we doen?
Verder met eten bestellen en praten over eten
opdrachten over eten
opdrachten (Grammatica)
liedje (Chantaje)
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 90 minÉléments de cette leçon
Wat gaan we doen?
Verder met eten bestellen en praten over eten
opdrachten over eten
opdrachten (Grammatica)
liedje (Chantaje)
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
hoe zeg je...?
1. Maria houdt van coca cola.
2. Jij houdt van aardappelen (las patatas).
3. Ik houd van groenten (las verduras).
4. Ik houd niet van vis (el pescado).
de zes voedingsmiddelen
1. A María le gusta el coca cola.
2. A ti te gustan las patatas.
3. A mi me gustan las verduras.
4. A mi no me gusta el pescado.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
carne
verduras
manzana
naranja
huevo
jamón
pescado
queso
pollo
Slide 6 - Question de remorquage
el camarero
¿Qué va(n) a tomar? = wat gaat u nemen?
¿Desea algo más? = wilt u nog iets?
¡Qué aproveche! = eet smakelijk
Son 52 euros por favor = het is 52 euro alstublieft.
el / la cliente
Para mí ..... por favor = voor mij ... alstublieft.
de primero = als voorgerecht
de segundo = als hoofdgerecht ...
de postre = als toetje ....
Para beber quería = om te drinken wil ik graag...
¿Tiene la cuenta por favor? = Heeft u de rekening alstublieft?
Alstublieft (als je iets geeft)= aquí tiene
BIJV: Aquí tiene 25 euros.
Slide 7 - Diapositive
vocabulario
el menú = de menukaart el queso = de kaas la verdura = de groente
la comida = het eten el jamón = de ham el pescado = de vis
la bebida = het drankje la leche = de melk el helado = het ijs
beber = drinken el café = de koffie el postre = het toetje
comer = eten el té = de thee el primero = het voorgerecht
el pan = het brood el yogúr = de yoghurt el segundo = het hoofdgerecht
el zumo = de sap la patata = de aardappel el bocadillo = het broodje
el huevo = het ei el arroz = de rijst el plátano = de banaan
el tomate = de tomaat la ensalada = de salade la pera = de peer
la naranja = de sinaasappel el refresco = de frisdrank la sopa = de soep
la manzana = de appel el agua = het water el pollo = de kip
Slide 8 - Diapositive
0
Slide 9 - Vidéo
Opdrachten
maken opdrachten 17,18,19 en 21
yo quiero pido prefiero
tu quieres pides prefieres
el quiere pide prefiere
nosotros queremos pedimos preferimos
vosotros queréis pedís preferís
ustedes quieren piden prefieren
Slide 10 - Diapositive
Persoonlijke voornaamwoorden
uitleg
Slide 11 - Diapositive
Opdracht persoonlijke vnw
