HTML en web

Wat betekent de afkorting HTML?
A
Hyper Text Makeup Language
B
Hyper Text Markup Language
C
Hyper Tech Markup Language
D
Geen van deze antwoorden
1 / 33
suivant
Slide 1: Quiz
InformaticaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat betekent de afkorting HTML?
A
Hyper Text Makeup Language
B
Hyper Text Markup Language
C
Hyper Tech Markup Language
D
Geen van deze antwoorden

Slide 1 - Quiz

HTML is een set van
A
tags
B
sets
C
attributen
D
geen van deze

Slide 2 - Quiz

Een HTML pagina wordt opgeslagen met de extentie ..........
A
html
B
htl
C
htmnl
D
geen van deze

Slide 3 - Quiz

Een HTML pagina kan worden gelezen en weergegeven met een ..........
A
compiler
B
server
C
web browser
D
interpreter

Slide 4 - Quiz

HTML documenten kunnen bevatten .....................
A
tags
B
gewone tekst
C
attributen
D
alle drie zijn goed

Slide 5 - Quiz

Welke van onderstaande is geen webbrowser?
A
Google Chrome
B
Google
C
Opera
D
Mozilla Firefox

Slide 6 - Quiz

Wie maakt de web standaards?
A
Mozilla
B
Microsoft
C
Google
D
Het WWW Consortium

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste tag volgorde bij het starten van een HTML pagina?
A
Head, Title, HTML
B
Title, Head, HTML
C
HTML, Head, Title

Slide 8 - Quiz

Welke is de juiste HTML tag voor de grootste kop?
A
H1
B
Heading
C
Head
D
H6

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste HTMl tag om een lege regel in te voegen?
A
br
B
break
C
lb

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste HTML code voor een gele achtergrondkleur?
A
<body bg="yellow">
B
<body style="background-color:yellow;">
C
<background>yellow</background>

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste code voor cursieve tekst?
A
<i>
B
<em>
C
<italic>

Slide 12 - Quiz

Wat is de snelste verbinding met internet
A
Wi-Fi
B
DSL
C
glasvezel
D
inbellen

Slide 13 - Quiz

Welke zijn HTML editors?
A
Atom en Photoshop
B
Atom en Adobe Illustrator
C
Notepad++ en Atom
D
Excel en MS Word

Slide 14 - Quiz

Wat is het correcte doctype voor HTML5?
A
<!doctype html>
B
<doctype html5>
C
</doctype html5>
D
<doctype html> </doctype>

Slide 15 - Quiz

Wat is de geldige tag om een YouTube video in je website te plakken (embed)
A
<vid>
B
<iframe>
C
<ivideo>
D
<movie>

Slide 16 - Quiz

Geef 3 voorbeelden van een web browser.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is de functie van een CSS bestand?

Slide 18 - Question ouverte

Internet pagina's kun je in verschillende categorieën indelen. Noem er 4.

Slide 19 - Question ouverte

Wat is een kenmerk van een cliënt computer?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is de functie van een server?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe krijgt een computer die verbonden is met internet een uniek adres?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is een Top Level Domein?

Slide 23 - Question ouverte

Hoe worden bestanden zoals een plaatje verstuurd over internet?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de functie van een ISP?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is de betekenis van de afkorting URL?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is een URL?

Slide 27 - Question ouverte

Noem 2 verschillende protocollen voor internet.

Slide 28 - Question ouverte

Noem 4 onderdelen van een webpagina.

Slide 29 - Question ouverte

Wat is een belangrijke functie van Javascript?

Slide 30 - Question ouverte

Wat is de naam van het eerste HTML bestand dat automatisch opent bij het bezoek aan een website?

Slide 31 - Question ouverte

Waarom gebruikt men Google Analytics?

Slide 32 - Question ouverte

Noem 3 verschillende Top Level Domains, anders dan van een land.

Slide 33 - Question ouverte