K4, T9, paragraaf 1, het zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Thema 9

Regeling 

Paragraaf 1

HET ZENUWSTELSEL

Doelen

9.1.1 Je kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.

Wat is een impuls?

1. Een elektrisch signaal door de zenuwen
2. Een invloed op een organisme uit hun omgeving
3. Een reactie op iets uit de omgeving
4. Een klier die een bepaalde stof maakt

Wat is het centrale zenuwstelsel?

1. grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam + ruggenmerg
2. grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam
3. Grote hersenen + kleine hersenen
4. Grote hersenen

Wat is een bewegingszenuw?

1. Een zenuw die gevoelssignalen doorgeeft.
2. Een zenuw die schakeltussen verschillende zenuwen.
3. Een zenuw die alleen in de hersenen voorkomt.
4. Een zenuw die signalen doorgeeft van het zenuwstelsel naar spieren of klieren.

... geleiden impulsen van zenuwcellen naar zenuwcellen

1. gevoelszenuwcellen
2. Schakelzenuwcellen
3. Bewegingszenuwcellen

Een zenuwcel bestaat uit heel veel zenuwen

1. Juist
2. Onjuist

In een gemengde zenuw zitten uitlopers van meerdere typen zenuwcellen. Welk type zenuwcel kan dat NIET zijn?

1. Schakelzenuwcel
2. Bewegingszenuwcel
3. Gevoelszenuwcel

Bekijk de afbeelding.

Welk type geeft een bewegingszenuw weer?

1. Type 1
2. Type 2
3. Type 3

Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?

1. een verandering in je omgeving waarop je kunt reageren
2. iets wat een mens of dier doet
3. een handeling
4. een verandering van gedrag

Wat is de functie van zenuwcellen?

1. Het doorgeven van signalen
2. Het produceren van hormonen
3. Het verteren van voedsel
4. Het reguleren van de bloeddruk

Prikkels uit je omgeving:

Licht

Geluid

Gevoel

Geuren

Smaken

Je zenuwstelsel bestaat uit:

• De zenuwen
• Het centrale zenuwstelsel: hersenen & ruggenmerg

Het centrale zenuwstelsel

• Grote hersenen
• Kleine hersenen
• Hersenstam
• Ruggenmerg 

Reageren op prikkels

Prikkel = chocolade bonbons

Zintuig = ogen en neus

Impuls = seintje naar hersenen

Impuls = seintje naar spieren

elektrisch signaal dat door de zenuwen kan worden doorgegeven

Reageren = spieren trekken samen, bonbon pakken

Reageren op je omgeving

1. Je ontvangt prikkels met je zintuigen.
2. Je zintuigen sturen seintjes naar het zenuwstelsel.
3. Via het zenuwstelsel komen de seintjes (impulsen) bij je hersenen.
4. Je hersenen sturen een seintje naar je spieren.
5. Je spieren trekken samen, beweging wordt uitgevoerd. 

Bij elk zintuig hoort een prikkel.

Een prikkel is een invloed vanuit de omgeving of van binnenuit. 

Denk maar het geluid van de voordeur of dat je moet plassen.

Verschillende zintuigen reageren op verschillende prikkels

Verschil impuls en prikkel:

prikkel is een invloed vanuit de omgeving

Impuls is de reactie op de prikkel waardoor er in je hersenen iets gaat reageren. 

Deze impulsen gaan via je zenuwen naar de hersenen.

Verschillende prikkels

Uitwendige prikkel: prikkel die je met je zintuigen opvangt.

Inwendige prikkel: prikkel die je lichaam geeft. Denk maar aan je hongergevoel!

Gedrag

Alles wat een mens of een dier doet, noemen we gedrag en bestaat uit een groot aantal samenhangende handelingen. 

Het komt tot stand door een combinatie van inwendige en uitwendige prikkels. 

Huiswerk 

Lezen: thema 9 paragraaf 3, 4 en 5

Maken: Thema 9 paragraaf 1 en 2

Leren: flitskaarten basisstof 1

en maken test jezelf