werkwoordspelling: wat weet je nog?

Spelling
Pv tt --> ik-vorm / ik-vorm+t / hele werkwoord
Pv vt --> 't ex kofschip / de(n)/ te(n)
Volt dw --> 't ex kofschip /d/ t
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Spelling
Pv tt --> ik-vorm / ik-vorm+t / hele werkwoord
Pv vt --> 't ex kofschip / de(n)/ te(n)
Volt dw --> 't ex kofschip /d/ t

Slide 1 - Diapositive

Zij ...(geloven) mij niet.
pv-tt
A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
D
geloovt

Slide 2 - Quiz

Hij ...(durven) vorige maand niet te bellen.
pv-vt
A
durfde
B
durfte
C
durvde
D
durvte

Slide 3 - Quiz

Ik ... (missen) mijn leerlingen tijdens de lockdown.
pv-vt
A
mistte
B
miste
C
misde
D
mis

Slide 4 - Quiz

Hij .....(onthouden) het gedicht.

pv-tt
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthout
D
onthoudde

Slide 5 - Quiz

Het is toch ongelooflijk; dit ...(gebeuren) mij nu altijd!
pv tt
A
gebeurtd
B
gebeurd
C
gebeurdt
D
gebeurt

Slide 6 - Quiz

Het vliegtuig ... (landen) gisteren in het weiland.
pv-vt
A
lande
B
landte
C
landde
D
landt

Slide 7 - Quiz

De kachel .... (branden) eindelijk goed.
pv-tt
A
brand
B
brandt
C
brant
D
brandde

Slide 8 - Quiz

De dokter ...(spoeden) zich naar het ongeval.
pv-tt
A
spoed
B
spoedt
C
spoedde
D
spoet

Slide 9 - Quiz

Hij ... (begroeten) vorige week de docent in de Ikea.
pv-vt
A
begroette
B
begroedde
C
begroet
D
begroed

Slide 10 - Quiz

Ik (branden, vt) mijn vingers aan de kaars.

Slide 11 - Question ouverte

Toen ze over de sloot …. (stappen) heeft ze haar enkel … (verstuiken).

Slide 12 - Question ouverte

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord?

Het vliegtuig is op tijd geland. 'Geland' is?

Slide 13 - Question ouverte

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord?

De politie verbrandde de gevonden drugs. 'Verbrandde' is?

Slide 14 - Question ouverte

pv tt - pv vt - voltooid deelwoord?

De boer oogst het graan in augustus. 'Oogst' is?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten

Slide 16 - Quiz

Voltooid deelwoord
Zij heeft het aan mij .....
A
beloofd
B
belooft
C
beloven

Slide 17 - Quiz

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
Gelopen
B
Verzorgd
C
Gewerkt
D
Worden

Slide 18 - Quiz

Voltooid deelwoord
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 19 - Quiz

Voltooid deelwoord
A
Hij heeft gestund
B
Hij heeft gestundt
C
Hij heeft gestunt
D
Hij heeft gestuntt

Slide 20 - Quiz