Wat zeg je in de supermarkt?

Naar welke supermarkt ga jij vaak?
1 / 10
suivant
Slide 1: Carte mentale
Nederlands NT2Middelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Naar welke supermarkt ga jij vaak?

Slide 1 - Carte mentale

Vul in.
langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen

1. Mag ik even .............? Ik heb maar twee dingen.

Slide 2 - Question ouverte

Vul in.
langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen

2 Ik heb ketchup ________________, maar ik kan er niet bij.

Slide 3 - Question ouverte

Vul in.
langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen

3 Kunt u ________________ voor vijftig cent?

Slide 4 - Question ouverte

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
4 U moet achter _____________.

Slide 5 - Question ouverte

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
5 Nee, ________________ u.

Slide 6 - Question ouverte

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
6 Mag ik er even ______________ ?


Slide 7 - Question ouverte

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
7 Weet u _____________ de mayonaise staat?

Slide 8 - Question ouverte

Vul in. langs – dank – nodig – alstublieft - aansluiten – voor – waar - wisselen
8 Ja, ________________

Slide 9 - Question ouverte

Vul in.
K.... u w....... v... 50 c...?

Slide 10 - Question ouverte