Herhalingsles

De Oude Egyptenaren


Herhaling
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De Oude Egyptenaren


Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je het kenmerkend aspect van het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (samenlevingen) uitleggen



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Oude Egyptenaren


2.1 Een samenleving met steden

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Van de zwarte periode...
...naar de groene periode

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En van de groene periode...
...naar de gele periode.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwarte periode
  • september-december

  • Tijd van de overstroming van de Nijl

  • Op het land kan niet worden gewerkt

  • Meehelpen aan de bouw van bijvoorbeeld de piramides en de tempels (belasting betalen)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groene periode
  • januari-april

  • Tijd van het zaaien en bewerken van het land

  • Hierbij wordt gebruik gemaakt van irrigatie

  • Irrigatie betekent dat het water met hulpmiddelen wordt gebruikt om het land te bevloeien

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gele periode
  • mei-augustus

  • Tijd van het oogsten (graan)

  • De opbrengst van de oogst wordt bijhgehouden en opgeschreven.

  • Voorraden worden aangelegd

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Nijl was van levensbelang: als de Nijl niet hoog genoeg kwam, ontstonden hongersnoden...
...maar als hij te hoog kwam, een overstroming!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gingen de oude Egyptenaren daarmee om?
  • De Nijl moet goed in de gaten worden gehouden (nilometer)

  • Er moet verstandig worden omgegaan met de hoeveelheid water: irrigatielandbouw

  • Er worden voorraden aangelegd voor mindere oogstjaren. Alle oogsten worden nauwkeurig bijgehouden

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ambachten en specialisatie
  • Er ontstaan door de goede oogst landbouwoverschotten 

  • Een deel gaat leven van ambachten: beroep waarbij je producten met de hand en gereedschap maakt 

  • Er ontstaat specialisatie: iemand richt zich op een vaardigheid (bijvoorbeeld schoenen maken)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan van handel
  • Mensen gingen producten ruilen op markten: waar mensen handelden

  • Sommige mensen gingen zorgen voor inkoop en verkoop en vervoer van producten. Zij dreven handel: kopen en verkopen. 

  • Marktplaatsen werden steden. Het werd een landbouwstedelijke samenleving.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Oude Egyptenaren


Het land van de farao

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Egypte wordt een staat
  • In Egypte kwamen gebieden onder bestuur van een leider. Boeren betaalden belasting aan de leiders. Ambtenaren hielpen hierbij. 
 
  • Na een tijd bestond Egypte uit twee koninkrijken: staat met een koning.

  • Omstreeks 3000 v.C. werd Egypte één staat met een farao. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een goddelijke farao
  • Alle Egyptenaren vormden een volk. Ze waren allemaal onderdaan van de farao, de koning van Egypte.

  • De farao gebruikte ambtenaren voor het bestuur van de staat.

  • De belasting werd betaald met landbouwproducten en door te werken aan bijvoorbeeld piramides.


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

> Egyptenaren geloofden dat de farao de plaatsvervanger op aarde was van de god Horus. Leg uit hoe je dat ziet aan dit reliëf.

Egyptisch reliëf van Horus

Slide 16 - Question ouverte

De god Horus heeft een kroon, net zoals de farao.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het schrift 
  • Met de uitvinding van het schrift begon de oudheid (tijd van Grieken en Romeinen 3000 v.C. – 500 n.C.) 

  • De Egyptenaren ontwikkelden een schrift dat het hiërogliefenschrift werd genoemd.
 
  • Het schrift was belangrijk voor het bestuur. Het werd door ambtenaren om wetten vast te leggen. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

> welke periode in de geschiedenis eindigde door de uitvinding van het schrift en
> welke periode in de geschiedenis begon door de uitvinding van het schrift.

Slide 19 - Question ouverte

  • De prehistorie
  • De oudheid
De Oude Egyptenaren


Een ontwikkelde cultuur

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Godsdienst
  • Ingewikkelde godsdienst met veel goden. Ze bouwden tempels voor de goden en farao's. 

  • De tempels werden versierd met zuilen: stenen paal. In de tempels woonden priesters. 

  • De Egyptische cultuur was een ontwikkelde cultuur en wordt daarom een beschaving genoemd.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

> Waarom kun je de cultuur van de Egyptenaren een beschaving noemen?

A
A Omdat alle Egyptenaren op een beschaafde manier met elkaar omgingen.
B
Omdat de Egyptenaren in een landbouwstedelijke samenleving woonden.
C
Omdat de cultuur van de Egyptenaren zich door de wetenschap en de kunst steeds verder ontwikkelde.
D
Omdat jagen en verzamelen niet meer het belangrijkste bestaansmiddel was.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

> Het hiernamaals speelde een belangrijke rol in de godsdienst van de Egyptenaren.
In welke zin staat een direct gevolg van het geloof in het hiernamaals?

A
De Egyptenaren gingen in meerdere goden geloven
B
Graven werden steeds mooier gemaakt en grafgiften werden meegegeven
C
Priesters werden minder belangrijk in Egyptische samenleving
D
Traditie en wetenschap werden hierdoor heel belangrijk

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





Leven na de dood

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven

  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht)

  • Eerste mummies vermoedelijk per toeval onstaan door het begraven in de woestijn.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het lichaam wordt na ongeveer 70-90 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Begraven




Eerst in piramiden, maar dat kostte veel tijd om te maken.
En ze vielen nogal op. Gevolg: grafrovers

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Vallei der Koningen



De latere koningen werden daarom in rotsgraven in het zuiden van Egypte begraven. Ook hier zijn veel graven, vaak al voor de begrafenis, geplunderd.

Veel, maar niet allemaal....

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunst
  • De kunst had veel te maken met goden en het hiernamaals. 

  • Egyptische kunstenaars hadden als traditie de norm om mensen mooi af te beelden.

  • Beeldhouwers gebruikten verschillende technieken, waaronder het uithakken van afbeeldingen in reliëf.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maken: § 2.3 in de online methode 
Klaar? Maak een begrippenlijst in Word
Leren: § 2.1, § 2.2 en §2.3 (maandag oefentoets)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions