Signaalwoorden en tekstverbanden

Verbanden en signaalwoorden
Doelen van de les:
- je kunt signaalwoorden herkennen
- je kunt zins- en alineaverbanden herkennen 
- je weet op welke manieren alinea's met elkaar verbonden worden



1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Verbanden en signaalwoorden
Doelen van de les:
- je kunt signaalwoorden herkennen
- je kunt zins- en alineaverbanden herkennen 
- je weet op welke manieren alinea's met elkaar verbonden worden



Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Oefenen
We gaan nu oefenen. Pak een tablet (eventueel een telefoon). Je hebt precies een halve minuut om hem te pakken. Gaat dat lukken? (Echt wel!)
timer
0:30

Slide 11 - Diapositive

Ga nu op je tablet naar lessonUp
en typ de pincode in...

We starten met een zestal vragen over zinsverbanden.
Daarna kijken we nog kort naar alineaverbanden in een tekst.

Slide 12 - Diapositive

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
tijdsvolgorde
echter
maar
ook
nadat
daarnaast
terwijl

Slide 13 - Question de remorquage

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels.
A
oorzaak/gevolg
B
reden
C
doel/middel
D
toelichting

Slide 14 - Quiz

Voordat Peter naar school gaat, ontbijt hij met zijn moeder. Daarna vertrekt hij naar zijn vriend.
A
opsommend tekstverband
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend tekstverband
D
doel/middel verband

Slide 15 - Quiz

Net als in veel landen is het in Nederland verboden mensen te discrimineren op grond van ras.
A
vergelijkend
B
oorzaak/gevolg
C
toelichtend
D
voorwaardelijk

Slide 16 - Quiz

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
tijdsvolgorde (chronologie)
B
oorzaak-gevolg
C
voorwaarde
D
reden

Slide 17 - Quiz

Vanwege het lawinegevaar konden wee niet gaan langlaufen.
A
oorzaak/gevolg
B
tijdsvolgorde
C
tegenstellend
D
concluderend

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

0

Slide 22 - Vidéo