A3 - Cours 28 | Au bureau de police

Bienvenue au cours de français!
- Madame Geluk
On est quel jour?
> on est le ......
Il est quelle heure?
> il est...
Quelle est ta date de naissance?
> Ma dat de naissance est le....
Aan het einde van deze les .....
  • .. heb ik het gesprek 'Au bureau de police' correct in mijn online schrift staan en begrijp ik het gesprek.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue au cours de français!
- Madame Geluk
On est quel jour?
> on est le ......
Il est quelle heure?
> il est...
Quelle est ta date de naissance?
> Ma dat de naissance est le....
Aan het einde van deze les .....
  • .. heb ik het gesprek 'Au bureau de police' correct in mijn online schrift staan en begrijp ik het gesprek.

Slide 1 - Diapositive

Le programme
  • Corrigez: Au bureau de police [10 min]
    > Zelfstandig
  • Prononciation + Grammaire: Au bureau de Police [15min]
    (imparfait, bijvoeglijk naamwoorden, beschrijvingen)
  • Parlez: Au bureau de police [5min]

Les devoirs  - mercredi
> Herhaal gesprekje Au bureau de Police + Vocabulaire
> Start met vocabulaire van À l'hôtel

Slide 2 - Diapositive

Corrigez 'Au bureau de Police'
  • In de volgende dia's vul je jouw antwoorden op Chez le docteur in.
  • Klik op 'Toelichting' en je krijgt het juiste antwoord.
  • Docent kan feedback geven in LessonUp.
  • Specifieke vraag? Stel in de Hangout.


Slide 3 - Diapositive

> Bonjour! Qu'est-ce que je peux faire pour vous?

1. Groet en zeg dat je graag aangifte van diestal wilt doen. Jouw tas is gestolen.

Slide 4 - Question ouverte

> Ça s'est passé quand? Quel jour et quelle heure?

2. Vanmiddag, rond 2 uur in het zwembad in Montélimar.

Slide 5 - Question ouverte

> Comment ça s'est passé?

3. Je vertelt dat een man je overvallen heeft.

Slide 6 - Question ouverte

> Vous pouvez me donner une description de l'agresseur?

4. De man was ongeveer 40 jaar oud, droeg een bril, had lang haar en was gekleed in een rode jas en een spijkerbroek.

Slide 7 - Question ouverte

> Qu'est-ce qu'il y a avait dans votre sac?

5. Je zegt dat je paspoort, je kleding en al je geld erin zaten.

Slide 8 - Question ouverte

> Combien d'argent aviez-vous?

6. Je antwoordt dat je 350 euro dacht te hebben, plus je creditcard. Maar je hebt je pas al geblokkeerd.

Slide 9 - Question ouverte

> Bien. Vous voulez remplir ce formulaire? Donnez-moi votre nom de famille, votre prénom et votre adresse.

7. Je antwoordt.

Slide 10 - Question ouverte

> Quelle est votre date de naissance et quel est votre lieu de naissance?

8. Je antwoordt.

Slide 11 - Question ouverte

> Merci, c'est noté. Laissez-nous votre numéro de portable. Comme ça nous pourrons vous contacter.

9. Je noemt je mobiele nummer en vraagt of je een kopie van dit formulier kan hebben voor je verzekering in Nederland.

Slide 12 - Question ouverte

> Pas de problème! Je vais vous régler ça! Je vous souhaite qunad même une bonne fin de vacances!

10. Je bedankt voor de moeite

Slide 13 - Question ouverte

Quizlet Live!
Ga naar www.quizlet.live
of naar de Quizlet App



Slide 14 - Diapositive

Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les ...
...ken ik minimaal 10 woorden die kunnen beschrijven waar ik pijn heb/last van heb.
...heb ik zin 6-10 van 'Chez le docteur' nagekeken.
Verlaten klaslokaal:
> spullen opruimen 
> tafel recht
> Stoel aanschuiven

Slide 15 - Diapositive

Verbuga.eu
> Tijden (temps): présent , passé composé & imparfait
> Verbes irréguliers: avoir, être, faire, aller, vouloir
> Verbes réguliers: parler, finir & vendre
timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Les moyens à utiliser

Slide 17 - Diapositive