3.6 Tussenletters

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1-3

Tussenletters in samenstellingen

Touw van de waarheid voorlezen door mevrouw van der Veen. Komende lessen lees ik voor.

Let op, ergens in het voorjaar komt er een les waarin je 2 opdrachten moet doen over je eigen gelezen boek (doen we deels in de les). Je moet dus 1 boek lezen.

Denk aan het verlengen of terugbrengen van je boek! 

Doel: Ik weet wanneer je in een samenstelling wel of geen tussenletter spelt. 

Tussenletters bij samenstellingen

Tussenletters bij samenstelling

3 soorten tussenletters:

Tussenletters  -en-
Tussenletter -e-
Tussenletter -s-

Samenstelling

Je kunt een nieuw woord maken door twee bestaande woorden aan elkaar te plakken. 

Tussenletters -en-

• Als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -en, gebruik je -en- als tussenletters:
• Bananendoos
• Schoenenwinkel
• Kippensoep

Tussenletters -e-

• Als het eerste woord een meervoud met -s en met -en heeft, gebruik je een -e- als tussenletter.
• groenten + groentes
    DUS:
• groentesoep
• groenteboer

Tussenletters -e-

• Als het eerste deel een versterkende betekenis heeft, gebruik je ook -e- als tussenletter.
• apetrots
• reuzesterk

• Als het eerste deel géén zelfstandig naamwoord is, gebruik je ook -e- als tussenletters:
• lachebek, want lach is hier een vorm van het werkwoord lachen. 

Tussenletter -s-

De tussenletter -s- kun je meestal horen.

Begint het tweede woord ook met een s- of s-klank, vervang dan het tweede woord om de tussenletter -s- te horen.

Bijvoorbeeld:

dorpsstraat, want dorpshuis
varkensstal, want varkensvlees

Wat is goed?

1. groentenboer
2. groenteboer

Wat is goed?

1. kattenbak
2. kattebak

Wat is goed?

1. berenvel
2. berevel

Wat is goed?

1. apentrots
2. apetrots

Wat is goed?

1. liefdescène
2. liefdesscène

Wat is goed?

1. keuzenpakket
2. keuzepakket

Wat is goed?

1. zonnenscherm
2. zonnescherm

Wat gaan we doen?

• We lezen de theorie op blz. 200 en kijken de video-uitleg.
• We maken opdracht 1 en 7.
• Maak nu zelf opdracht 2 t/m 6.  
• Huiswerk: blz. 200-201: opdracht 1 t/m 7.