De iris en de ooglens

Examen 2024:
Hoeveel punten zijn de meerkeuzevragen waard?
Hoeveel leguit-vragen zijn er?
Hoeveel punten zijn die samen  waard?
Wat voor soort vragen zijn er verder nog?
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Examen 2024:
Hoeveel punten zijn de meerkeuzevragen waard?
Hoeveel leguit-vragen zijn er?
Hoeveel punten zijn die samen  waard?
Wat voor soort vragen zijn er verder nog?

Slide 1 - Diapositive

Examen 2024:
Hoeveel punten zijn de meerkeuzevragen waard? 26
Hoeveel leguit-vragen zijn er? 8
Hoeveel punten zijn die samen  waard? 11
Wat voor soort vragen zijn er verder nog? (samen 24 punten)
Je kunt 61 punten halen; je zou met 29 punten een 5,5 hebben.

Slide 2 - Diapositive

Thema 10
basisstof 3: De ogen
(blz. 189-190)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Het je de opdrachten 1 t/m +7 gemaakt en de begrippen van basisstof 3 geleerd?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Sondage

Waarmee wordt zweet opgevangen?

Slide 6 - Question ouverte

Waardoor wordt voorkomen dat er teveel licht op het netvlies komt?
A
alleen door de wimpers
B
alleen door de iris
C
zowel door de wimpers als de iris

Slide 7 - Quiz

Waardoor ontstaat er een scherp beeld op het netvlies?
A
alleen door het hoornvlies
B
alleen door de ooglens
C
zowel door het hoornvlies als de ooglens

Slide 8 - Quiz

Als je oogspieren niet goed samenwerken ...
A
zie je alles wazig
B
is je oog vervormd
C
ben je scheel
D
ga je hallucineren

Slide 9 - Quiz

Wat zorgt ervoor dat het vuil uit je ogen spoelt?

Slide 10 - Question ouverte

Waar wordt traanvocht gemaakt?

Slide 11 - Question ouverte

Waar zit de gele vlek?
A
recht achter de ooglens
B
recht voor de oogzenuw
C
in de iris

Slide 12 - Quiz

Thema 10
basisstof 4: De iris en de ooglens
(blz. 195-197)

Slide 13 - Diapositive

Wat weet je al over de iris?

Slide 14 - Carte mentale

Basisstof 4, blz. 195: De pupilreflex
De kringspieren in de iris maken de iris breed en de pupil klein

Slide 15 - Diapositive

Basisstof 4, blz. 195: De pupilreflex
De kringspieren in de iris maken de iris breed en de pupil klein
De lengtespieren in de iris maken de iris smal en de pupil groot

Slide 16 - Diapositive

Wat weet je al over de ooglens?

Slide 17 - Carte mentale

Basisstof 4, blz. 196: Scherp zien
De ooglens buigt de lichtstralen af en projecteert het beeld ondersteboven.

Slide 18 - Diapositive

Basisstof 4, blz. 196: Scherp zien
De ooglens buigt de lichtstralen af en projecteert het beeld ondersteboven.
Als je in de verte kijkt, is de ooglens plat

Slide 19 - Diapositive

Basisstof 4, blz. 196: Scherp zien
De ooglens buigt de lichtstralen af en projecteert het beeld ondersteboven.
Als je in de verte kijkt, is de ooglens plat,
                                                           Als je heel dichtbij kijkt, is de ooglens bol.

Slide 20 - Diapositive

Basisstof 4, blz. 196-197: Accommoderen
De ooglens is "opgehangen" in een kringspier, de accommodatiespier.
= accommodatiespier

Slide 21 - Diapositive

Basisstof 4, blz. 196-197: Accommoderen
De ooglens is "opgehangen" in een kringspier, de accommodatiespier.
Als de accommodatiespier ontspannen is, trekken de lensbandjes strak en is de ooglens plat.

Slide 22 - Diapositive

Basisstof 4, blz. 196-197: Accommoderen
De ooglens is "opgehangen" in een kringspier, de accommodatiespier.
Als de accommodatiespier ontspannen is, trekken de lensbandjes strak en is de ooglens plat.

Slide 23 - Diapositive

Basisstof 4, blz. 196-197: Accommoderen
De ooglens is "opgehangen" in een kringspier, de accommodatiespier.
Als de accommodatiespier ontspannen is, trekken de lensbandjes strak en is de ooglens plat. Als je accommodeert, is de accommodatiespier klein en dik en worden de lensbandjes slap en de ooglens bol.

Slide 24 - Diapositive

Basisstof 4, blz. 196-197: Accommoderen
De ooglens is "opgehangen" in een kringspier, de accommodatiespier.
Als de accommodatiespier ontspannen is, trekken de lensbandjes strak en is de ooglens plat. Als je accommodeert, is de accommodatiespier klein en dik en worden de lensbandjes slap en de ooglens bol.
veraf scherp
dichtbij scherp

Slide 25 - Diapositive

Hoe heet de verandering van de pupilgrootte?

Slide 26 - Question ouverte

Als je in het donker bent ...
A
is de iris groot en de pupil klein
B
zijn de iris en de pupil groot
C
is de iris klein en de pupil groot
D
zijn de iris en de pupil klein

Slide 27 - Quiz

Hoe heet het als je dichtbij scherpstelt?

Slide 28 - Question ouverte

Als je accommodeert, worden de lensbanjes ... en de ooglens ...
A
lensbandjes slap en ooglens plat
B
lensbandjes slap en ooglens bol
C
lensbandjes strak en ooglens plat
D
lensbandjes strak en ooglens bol

Slide 29 - Quiz

Als je accommodeert, kun je dichtbij/veraf scherp zien
A
dichtbij
B
veraf

Slide 30 - Quiz

Als de lens bol is, kun je dichtbij/veraf scherp zien
A
dichtbij
B
veraf

Slide 31 - Quiz

Over welk onderdeel wil je extra uitleg?

Slide 32 - Sondage

Aan de slag:
  • Maak opdracht 1 t/m 7 van basisstof 4
  • Kijk je opdrachten na
  • Klaar? begin zelfstandig aan basisstof 5

Slide 33 - Diapositive