KERN les 38 pv vt KGT2

Spelling Kern les 38
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling Kern les 38

Slide 1 - Diapositive




LESDOEL:
Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd juist spellen. 

Slide 2 - Diapositive

Een persoonsvorm is een WERKWOORD!

Slide 3 - Diapositive

Belangrijkste werkwoord in de zin, hangt vast aan het onderwerp

Slide 4 - Diapositive

We gaan samen oefenen!
We maken samen het werkblad oefening 1

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

De leerlingen starten met de les. 
De docent geeft mij haar boeken. 
Het vliegtuig landt op het vliegveld. 
Ik ga naar school.

Slide 6 - Diapositive

We gaan samen oefenen!
We maken samen het werkblad oefening 2

Slide 7 - Diapositive

PV verleden tijd
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn sterke werkwoorden?

Slide 9 - Question ouverte

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 10 - Question ouverte

PV verleden tijd
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden

Slide 11 - Diapositive

PV verleden tijd
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Lopen - liepen
Maken

Slide 12 - Diapositive

PV verleden tijd
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Lopen - liepen
Maken - maakten

Slide 13 - Diapositive

Je schrijft ze 
Je schrijft ze zoals je ze hoort.

Slide 14 - Diapositive

Zwakke werkwoorden

Veranderen niet van klank

Eindigen op de(n) of te(n)

Slide 15 - Diapositive

We gaan samen oefenen!
We maken samen het werkblad oefening 4

Slide 16 - Diapositive

Hoe schrijven we de persoonsvorm in de verleden tijd?

Slide 17 - Diapositive

We gaan samen oefenen!
We maken samen het werkblad oefening 7

Slide 18 - Diapositive

Persoonsvorm vervoegen
Stap 1: is het de persoonsvorm?
Stap 2: is de zin tegenwoordig of verleden tijd?
Stap 3: is het onderwerp 1 of meer?
Stap 4: wat is de stam van het werkwoord?
Stap 5: kijk naar het 't ex kofschip of 't sexyfokschaap
Stap 5: wat is de ik-vorm?
stap 6: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 19 - Diapositive

Wat is de stam van het werkwoord?

Slide 20 - Question ouverte

De stam van het werkwoord is:

HELE WERKWOORD - EN

NIET de ik-vorm!

Slide 21 - Diapositive

Wat is de stam van het werkwoord "starten"?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de stam van het werkwoord "verven"?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is de stam van het werkwoord "zeven"?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Persoonsvorm invullen
Ik ........... (starten) de auto gisteren. 

Stap 1: is het de persoonsvorm?
Stap 2: is de zin tegenwoordig of verleden tijd?
Stap 3: is het onderwerp 1 of meer?
Stap 4: wat is de stam van het werkwoord?
Stap 5: kijk naar het 't ex kofschip of 't sexyfokschaap
Stap 5: wat is de ik-vorm?
stap 6: ik-vorm + te(n)/de(n)


Slide 26 - Diapositive

We gaan samen oefenen!
We maken samen het werkblad oefening 8, 9, 10

Slide 27 - Diapositive




LESDOEL:
Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd juist spellen. 

Slide 28 - Diapositive

Ik heb de lesstof begrepen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage