Lj2 03-04

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Lj2 Start-Up: vertaal en schrijf op!

 1. Wat doe je dit weekend? 

2. Ik ga naar de bioscoop. 

3. Super! Met wie? 

4. Met mijn vrienden. 

5. Hij is van 17 uur tot 22 uur geopend. 

6. Tu es en bonne santé? 

7. Non, je mange mal.

8. Je suis accro aux résaux sociaux. 

9. Est-ce que tu dors bien? 

10. Oui, je dors huit heures par nuit. 

. 

Antwoorden Start-upslide

Planning

1. Herhaling vorige week 

2. Oefening om erin te komen

3. Oefenmondelingen en persoonlijke feedback

Tijdens de oefenmondelingen ben je zelfstandig in stilte aan het werk. Doe muziek in je oortjes en leer voor Frans. 

Klassenregels

We werken rustig samen in de klas.

We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.

Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.

We doen actief mee met de les, we sluiten de tabbladen die niet voor school zijn af.

We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.

We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.

We laten elkaar uitpraten.

We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve water)

Qui suis-je? 

Maria Teresa

Prof de Français

J'ai ... ans

J'habite à ... avec ... 

Dans mon temps libre, je... 

Je suis à Unic parce-que

Comment je m'appelle?

1. Maria
2. Marie Therese
3. Maria Teresa
4. MT

Quel âge ai-je?

1. Vingt-deux
2. Vingt-trois
3. Vingt-quatre
4. Vingt-cinq

J'habite où et avec qui?

1. À Utrecht, avec mon frère
2. À Houten, avec mon mari
3. À houten, avec mon frère
4. À Utrecht, avec mon mari

Dans mon temps libre, je..

1. J'aime faire de la musique
2. J'adore cuisiner
3. J'aime faire du foot
4. J'aime dessiner

Je viens de...

1. Pays-Bas
2. France
3. Espagne
4. Italie

Je suis à Unic parce que

1. J'aime cette école!
2. J'aime travailler dans l'éducation
3. Je suis étudiante et je fais mon master

Het mondeling

10 april - Overzicht op Itslearning - Doelen

• Je kunt in het Frans een gesprek voeren over jouw kleed- en shoppingsgewoontes. (chapitre 3)
• Je kunt in het Frans een gesprek voeren over jouw gezondheid, en over jouw levensstijl. (chapitre 5)
• Je kunt in het Frans de weg vragen of de weg wijzen. Je kunt vragen stellen over de voorzieningen in de buurt (supermarkt, treinstation, winkels). (chapitre 6)
• Je kunt jezelf voorstellen, vertellen waar je vandaan komt en een afspraak maken voor een activiteit. (chapitre 6)

Waar wil je graag nog meer mee oefenen vóór het mondeling?

Vocabulaire

Gauche = Links

Droite = Rechts

Tout droite = Rechtdoor

Prendre = Nemen

Traverser = oversteken

Continuer = Doorgaan

Tourner = draaien / een richting afslaan

Vragen

Uitleggen

à gauche

1. (naar) links
2. (naar) rechts

Wat betekent: Tu tournes à droite

1. Je gaat rechtsaf
2. Je gaat linksaf
3. Je gaat rechtdoor
4. Je draait om

Welke vertaling heeft de juiste volgorde?: à droite, à gauche et tout droit

1. Links, rechtdoor en rechts.
2. Rechtdoor, links en rechts
3. Rechts, links en rechtdoor.
4. Links, rechts en rechtdoor

je gaat naar rechts op het kruispunt

1. tu vas à gauche au carrefour
2. tu vas à gauche au rond-point
3. tu vas à droite au carrefour
4. tu vas à droite au rond-point

Vertaal: U neemt de derde straat rechts

1. Tu prends la première rue à droite
2. Vous prenez la troisième rue à gauche
3. Vous prenez la troisième rue à droite
4. Vous prendez la troisième rue à droite

Nous allons tout droit

1. We gaan rechts
2. We gaan links
3. We gaan rechtdoor
4. We gaan omkeren

Wat is rechts?

1. à gauche
2. à droite

Waar is de supermarkt?

1. Comment est le supermarché?
2. Où est le supermarché?
3. Quand est le supermarché?
4. Tu trouves le supermercado?

Hoe zeg je dat je de supermarkt zoekt?

1. Je cherche le supermarché.
2. Je cherche le magasin.
3. Tu cherches le supermarché.
4. Je cherche le marché.

kunt u dat herhalen

1. encore ?
2. vous le dire encore ?
3. répétéz s'il vous plaît

docs.google.com

Exercice: Parlez!

Dans le livre à la page 75 (Parc d'attractions) 

Jeu avec le ballon

Ik gooi de bal en stel een vraag in het Frans

Jij antwoordt in het Frans en gooit hem terug. 

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vind je nog lastig?

Wat is jouw tip voor de les van vandaag?