final lesson before the oral exams

Unit studentenleven
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Unit studentenleven

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
Laatste les voor het oral exam
Oefenen met spreken
woordenlijst oral exam oefenen
Wanneer gebruik je niet en wanneer gebruik je geen? 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Oral exam ai guide blz. 36 en 37
  • provide a brief description of the visual stimulus
relate the visual stimulus to the relevant theme from the course (bijvoorbeeld: je ziet tulpen. Je zegt: tulpen zijn heel populair in NL, of tulpen zijn een belangrijk exportproduct van NL of er zijn heel veel tulpen in NL)
make clear links to the target culture (bijvoorbeeld dat Sinterklaas op 5 dec wordt gevierd.)

Slide 4 - Diapositive

Tips
  • gebruik signaalwoorden zoals omdat, want, daarom, etc.
  • Gebruik ook korte zinnen. 
  • Wees proactief-ga zelf iets vertellen! (Criterion C)

Slide 5 - Diapositive

Vragen?

Slide 6 - Diapositive

Task 15 min.
Luister naar de opname van het gesprek tijdens de prelims in december/januari. Wat deed je niet zo goed en wat kun je nu beter doen?
Meeste fouten (most common mistakes):
-Engels woord ipv Nederlands woord
-enkelvoud en meervoud (Sinterklaas en zwarte Piet is leuk)
-woorden zoeken die je niet kent

Slide 7 - Diapositive

Woordenlijsten
https://quizlet.com/join/KNmmkXG2a

We lezen de woorden uit de oral exam woordenlijst. Aan het einde van de les krijg je tijd om te oefenen.

Slide 9 - Diapositive

Grammatica
Wanneer gebruik je niet en wanneer gebruik je geen?

Ik hou niet van taart.
Ik eet geen taart.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Broccoli lust ik ...........
A
een
B
geen
C
niet

Slide 12 - Quiz

Ik lust ........... broccoli.
A
een
B
geen
C
niet

Slide 13 - Quiz

Ik kom ......... naar school.
A
niet
B
geen
C
een

Slide 14 - Quiz

Ahmed is ook ......... op school.
A
wel
B
geen
C
een
D
niet

Slide 15 - Quiz

Willen jullie .... zo hard praten in de gang?
A
een
B
geen
C
niet
D
wel

Slide 16 - Quiz

Er zijn ...... deuren in de gang.
A
een
B
geen
C
......
D
niet

Slide 17 - Quiz

Er staan....... borden op tafel.
A
een
B
geen
C
.......

Slide 18 - Quiz

Schrijf deze zin in de negatie:
Nederlands is makkelijk.

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf deze zin in de negatie:
Ik werk.

Slide 20 - Question ouverte

Schrijf deze zin in de negatie:
Vandaag studeer ik.

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf deze zin in de negatie:
Ik heb een mooie fiets.

Slide 22 - Question ouverte

Vragen over niet/geen?

Slide 23 - Diapositive

Spreken oefenen
Spelletje
Oefenen in tweetallen (pairs) met een stimulus
woorden oefenen (Quizlet)

Slide 24 - Diapositive