MH - paragraaf 12.1

12.1 
Werken met formules
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

12.1 
Werken met formules

Slide 1 - Diapositive

Regels
  • Je hebt AL je spullen bij je.
  • Je komt op tijd. Op het moment dat de les in het rooster staat, dus bijvoorbeeld om 10.55, ben je om 10.55 binnen en heb je je spullen gepakt!!!!
  • Er wordt niet door mijn uitleg en vragen heen gepraat.
  • Heb je vragen, steek je je hand op
  • iPad gebruik je alleen voor de les, geen andere apps.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

  • start van de les
  • Huiswerk nakijken
  • Werken met formules
  • Pijlenketting
  • Werken aan opgaven
  • voorbereiding voor de volgende les
  • afsluiting 

Doel van vandaag:
Aan het einde van de les weet je:
  • Hoe je van een woordformule een letterformule maakt;
  • Hoe je een pijlenketting bij een formule maakt.
Huiswerk: opgave 1 t/m 10

Slide 4 - Diapositive

Antwoord opgave V1 a

Slide 5 - Question ouverte

Opgave V1 a
= 12 : 2 + 5 
= 24 + 5

Opgave V1 a
 13

Slide 6 - Diapositive

Antwoord opgave V1 d

Slide 7 - Question ouverte

Opgave V1 a
= 12 : 2 + 5 
= 24 + 5

Opgave V1 d
 3

Slide 8 - Diapositive

Antwoord opgave V1 e

Slide 9 - Question ouverte

Opgave V1 a
= 12 : 2 + 5 
= 24 + 5

Opgave V1 e
 42

Slide 10 - Diapositive

Antwoord opgave V1 f

Slide 11 - Question ouverte

Opgave V1 a
= 12 : 2 + 5 
= 24 + 5

Opgave V1 f
17

Slide 12 - Diapositive

Wat is de rekenvolgorde?
haakjes
machten en wortels
x en :
+ en -

Slide 13 - Question de remorquage

WAT IS DE REKENVOLGORDE?
1
2
3
4

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is de rekenvolgorde?

eerst


dan
laatst
 ( )
  x
 +
  :
  -

Slide 15 - Question de remorquage

Wat hebben we de vorige les behandeld?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

timer
10:00
Vragen over het huiswerk?

opgaven opgave V1 t/m V8 Welke?

Slide 18 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule

Slide 19 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst aantal cakes x 0,75 - 4 

Slide 20 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 

Slide 21 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 22 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
a
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 23 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
a
w
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 24 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
a
w
...
x 0,75
IN-getal
UIT-getal

Slide 25 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
winst = aantal cakes x 0,75 - 4 
= a x 0,75 - 4 
a
w
...
x 0,75
-4
IN-getal
UIT-getal

Slide 26 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
1. zet de letter die bij het IN-getal hoort vooraan in de pijlenketting (het getal waarmee je iets gaat doen)

Slide 27 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
1. zet de letter die bij het IN-getal hoort vooraan bij in pijlenketting (de letter waarmee je iets gaat doen)
2. zet de letter die bij het UIT-getal hoort achteraan in de pijlenketting (de uitkomst)

Slide 28 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
1. zet de letter die bij het IN-getal hoort vooraan bij in pijlenketting (de letter waarmee je iets gaat doen)
2. zet de letter die bij het UIT-getal hoort achteraan in de pijlenketting (het antwoord) 
3. Zet boven elke pijl de juiste bewerking 
(denk aan de rekenvolgorde!)

Slide 29 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 

Slide 30 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 31 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
a
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 32 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
a
b
...
IN-getal
UIT-getal

Slide 33 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
a
b
...
x 20
IN-getal
UIT-getal

Slide 34 - Diapositive

Uitleg
Van woordformule naar letterformule
bedrag = 150 + 20 x aantal maanden 
= 150 + 20 x a 
a
b
...
x 20
+ 150
IN-getal
UIT-getal

Slide 35 - Diapositive

Uitleg

Slide 36 - Diapositive

Leerdoelen
2.4 Aanzichten
  • Ik kan uitleggen wat aanzichten zijn.
  • Ik weet welke verschillende aanzichten er zijn. 
  • Ik kan aanzichten herkennen.
  • Ik kan aanzichten tekenen.
  • Ik kan blokjes weghalen zonder dat een aanzicht verandert. 

Slide 37 - Diapositive

Maak opgave 69 en maak een foto van je uitwerkingen. Klaar? Maak 70 & 71.
timer
7:00

Slide 38 - Question ouverte

Uitleg

Slide 39 - Diapositive

Maak opgave 75 en maak een foto van je uitwerkingen. Klaar? Maak 76.
timer
5:00

Slide 40 - Question ouverte

timer
2:00
Klaar? ga verder met opgave 54  
Is het niet af, dan is het huiswerk
blz. 150

Slide 41 - Diapositive

Lees de theorie blokken door!

Wat:            opgave 1 t/m 10
Tijd:             10 minuten  
Hoe:             Zelfstandig in stilte 
Hulp:           Boek 
Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken
Klaar:          ga voor een ander vak werken

timer
10:00

Slide 42 - Diapositive

Lees de theorie blokken door!

Wat:            opgave 1 t/m 10
Tijd:             enkele minuten 
Hoe:             Zelfstandig of in zacht overleg
Hulp:           Boek, Medeleerling, Docent
Resultaat: De uitwerkingen van de opgaven in je boek en nagekeken
Klaar:          ga voor een ander vak werken

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Waar zijn we in deze les mee bezig geweest?

Slide 45 - Question ouverte

Hier heb je aan gewerkt:
  • Hoe je van een woordformule een letterformule maakt;
  • Hoe je een pijlenketting bij een formule maakt.
Volgende les
  • Controleren of formules gelijk zijn
  • Omgekeerde pijlenketting maken

Slide 46 - Diapositive

Leerdoelen paragraaf
9.5

Slide 47 - Diapositive

1 t/m 10

Slide 48 - Diapositive