2.2 Geluid maken en horen

2.2 Geluid maken en horen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.2 Geluid maken en horen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Hoe reageer je op een waarneming?
Leerdoelen
Geluid
Hoe hoor je?
Aan de slag
Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Uitspraak
Prikkel
Je hersenen krijgen bericht en willen de telefoon opnemen.
Er gaat bericht van de hersenen naar de spieren
De telefoon gaat, dit is een prikkel
Je arm beweegt
De prikkel wordt in het zintuig een bericht voor de hersenen
1
2
3
4
5

Slide 3 - Question de remorquage

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat geluid is en waar het voor gebruikt wordt.
Ik kan uitleggen hoe het oor werkt.

Slide 4 - Diapositive

Geluid
Geluid is een communicatiemiddel.
We gebruiken het om:
  • met anderen te praten
  • anderen te waarschuwen (alarm, toeter)
  • plezier te hebben (muziek)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat is geluid?
Geluid zijn trillingen.
Alles wat geluid maakt heeft een onderdeel dat trilt

Slide 7 - Diapositive

Hoe werkt het Oor?
Geluid opvangen: Oorschelp

Ingang: Gehoorgang

Uitgang: Gehoorzenuw

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag
Wat -> Lezen 2.2 (pag 39 en 40)
          -> Maken 2, 3, 5, 6, 8, 9, 11 (pag. 50 en 51)
Hoe -> Eerste 5 minuten in stilte
Hulp -> Boek, Buur, Docent
Tijd -> Tot 5 minuten voor het einde van de les
Klaar? -> Nakijken. Daarna lezen 2.2 (pag 41)

timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje

Slide 10 - Quiz

Je hoort een geluid.
Welk deel van je oor geeft het geluid door aan je hersenen?
A
de gehoorbeentjes
B
de oorschelp
C
het trommelvlies
D
de gehoorzenuw

Slide 11 - Quiz

Er komen geluidstrillingen in je oor.
In welke volgorde gaan de trillingen door de onderdelen van je oor?
A
trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
B
trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
D
slakkenhuis - trommelvlies - gehoorbeentjes

Slide 12 - Quiz

2.2 Geluid maken en horen

Slide 13 - Diapositive

Vandaag
De weg van het geluid
Leerdoelen
Buis van Eustachius
Aan de slag
Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Diapositive

Er komen geluidstrillingen in je oor.
In welke volgorde gaan de trillingen door de onderdelen van je oor?
A
trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
B
trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
D
slakkenhuis - trommelvlies - gehoorbeentjes

Slide 15 - Quiz

Leg eens uit
De weg van het geluid:
Wat is geluid?
Waar komt geluid binnen?
Door welke onderdelen van het oor gaat het geluid?
Waar wordt het geluid omgezet in een bericht voor de hersenen?

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat het gehoorbereik is.
Ik kan uitleggen wat de functie van de buis van Eustachius is.

Slide 17 - Diapositive

Gehoor
Geluid trilt: het aantal trillingen per seconde heet frequentie.
Grootheid: Frequentie, Eenheid: hertz

Onderste gehoorgrens
Bovenste gehoorgrens
Hier tussen heet het gehoorbereik

Slide 18 - Diapositive

Buis van Eustachius
Verbinding tussen de trommelholte en keelholte.
Functie: Druk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk houden, zodat het goed kan trillen. 

Doordat deze verbinding bestaat, hoor je jezelf slikken.

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag
Wat -> Lezen 2.2 (Pag. 41)
          -> Maken 12, 13, 14, 15, 16, 18 (pag. 52)
Hoe -> Eerste 5 minuten in stilte
Hulp -> Boek, Buur, Docent
Tijd -> Tot 5 minuten voor het einde van de les
Klaar? -> Bijwerken opdracht 2.2 (3, 5, 6, 8, 9, 11)
              -> Lezen Extra (pag 42), Maken 19 en 20 (pag 53)

timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

Wat is het frequentiebereik van mensen met een normaal gehoor?
A
lager dan 20 Hz
B
tussen 10 en 40 000 Hz
C
tussen 20 en 20 000 Hz
D
hoger dan 20 000 Hz

Slide 21 - Quiz

De Buis van Eustachius verbindt
A
oor en keel
B
keel en neus
C
neus en mond
D
mond en oor

Slide 22 - Quiz