2223 H5 PTA 2 les 13: HC 2 Appeasement

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Leg in je eigen woorden uit welke rol de Hitlerjugend speelde in Nazi-Duitsland en hoe dit bijdroeg aan de Nazificatie van de Duitse samenleving na 1933

Slide 3 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit hoe de Hitlerjugend past bij kenmerkend aspect: 'Massa-organisaties'

Slide 4 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit hoe de Hitlerjugend past bij kenmerkend aspect: 'Totalitaire ideologieën'

Slide 5 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit hoe de Hitlerjugend bijdroeg aan de ontwikkelingen die passen bij Kenmerkend aspect 'Racisme en discriminatie'

Slide 6 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit hoe de Hitlerjugend leidde tot kenmerkend aspect 'betrekken burgers bij oorlogvoering'

Slide 7 - Question ouverte

Bron: een citaat van Hitler uit 1936

Een stelling: "Deze bron bevat elementen van het idee volksgemeinschaft"

Leg uit dat deze stelling klopt.

Slide 8 - Question ouverte

Welke kenmerken van de nazi-ideologie herken je in deze
posters? Verwijs naar onderdelen uit de poster.

Slide 9 - Question ouverte

Bij welke Kenmerkende aspecten past deze poster? Onderbouw je antwoord en verwijs naar een beeldelement

Slide 10 - Question ouverte

De 'leidende vragen' over Duitsland
1. Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland en Europa (1918-1945)?

Functie: aanbrengen van een 'historische lijn' en gekoppeld aan de kenmerkende aspecten






Slide 11 - Diapositive

Kenmerkende aspecten PTA 2
Uit tijdvak 8, Burgers en Stoommachines: deze kan je toepassen op de periode 1900-1950.
33. Modern imperialisme helpt de industrie
36. Maatschappelijke stromingen: socialisme en nationalisme

Tijdvak 9, Wereldoorlogen
37. Propaganda en vormen van massa-organisatie
38. Totalitaire ideologieën communisme en nationaalsocialisme
39. Crisis van het wereldkapitalisme
40. Het voeren van twee wereldoorlogen
41. Racisme leidt tot genocide (zoals de Holocaust)
42. De Duitse bezetting van Nederland
43. Massa-vernietigingswapens; burgers zijn betrokken bij de oorlog
44. Verzet tegen Westers imperialisme

Tijdvak 10, TV en Computer
45. De Koude Oorlog leidt tot een wapenwedloop met kernwapens




Slide 12 - Diapositive

Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme?
Geen vertrouwen bevolking in Republiek Weimar
Versailles & de dolkstootlegende
Politieke polarisatie en strijd tussen extreme groepen
Meerdere economische crises
Populariteit boodschap Hitler: oplossingen voor problemen



Slide 13 - Diapositive

Leer/lesdoelen
Aan het eind van deze les:1. 

7. Je begrijpt dat de Conferentie van München (1938) een gevolg was van de Britse appeasementpolitiek, maar dat deze politiek ook leidde tot de inval van Polen (1939)

Je kan deze KA's uitleggen met voorbeelden: 
37. Propaganda en vormen van massa-organisatie
38. Totalitaire ideologieën communisme en nationaalsocialisme






Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Meer land voor de Volksgemeinschaft

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Net als Oostenrijk, valt Sudetenland onder de Heim ins Reich-politiek, waarbij alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen. Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.

Slide 20 - Diapositive

Appeasement: toegeven aan de eisen om erger te voorkomen (angst om een nieuwe oorlog)

Slide 21 - Diapositive


Der Anschluß
maart 1938




  • Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich). 
  • Hij maakt handig misbruik van de politieke chaos in Oostenrijk en speelt in op de gevoelens van het Oostenrijkse volk. 
  • Hij annexeert Oostenrijk en maak het een deel van het Duitse Rijk (Ostmark).

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo





Het stembiljet waarmee de Oostenrijkers mogen aangeven of ze bij Duitsland willen horen...

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive


Conferentie van München
september 1938



  • Frankrijk en Engeland zijn geschrokken van de Anschluß, maar willen geen oorlog (Appeasement
  • Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland, Tsjecho-Slowakije, krijgt. 
  • Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië komen tot een akkoord.

Slide 27 - Diapositive

Net als Oostenrijk, valt Sudetenland onder de Heim ins Reich-politiek, waarbij alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen. Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.

Slide 28 - Diapositive


Hitler bezet Tsjecho-Slowakije
maart 1939




Hoewel Hitler in München had gezegd genoegen te nemen met Sudetenland, bezet hij geheel Tsjecho-Slowakije een half jaar later. 

Engeland en Frankrijk veroordelen de bezetting, maar doen niets.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive


Molotov-Ribbentrop Pact
augustus 1939




  • Hitler en Stalin zijn elkaars politieke vijanden, maar Hitler wil er zeker van zijn dat de Sovjet-Unie geen oorlog tegen hem gaat beginnen, als Duitsland Polen aanvalt.
  • Ze sluiten een niet-aanvalsverdrag.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo


Duitsland valt Polen aan
1 september 1939




"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"
  • Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een Duits radiostation. 
  • De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Slide 37 - Diapositive


Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939




  • Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk maar één ding doen: 
  • Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Slide 40 - Vidéo

Leer/lesdoelen
Aan het eind van deze les:1. 

3. Je begrijpt dat veel groepen Duitsers tegen de nieuwe democratie waren; maar daar telkens verschillende redenen voor hadden (communisten, fascisten, conservatieven)
1. Je kan uitleggen dat Duitsland twee keer een economische crisis had:
a. de eerste crisis (1919-1924) eindigde met het Dawesplan en de verzoeningspolitiek
b. de tweede crisis (1929-1934) startte met de Beurskrach en eindigde met Hitler.
Je kan deze KA's uitleggen met voorbeelden: 
39. Crisis van het wereldkapitalisme





Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Plus de leçons comme celle-ci