à la découverte de la ville

Namur
le 28 mars
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Namur
le 28 mars

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij over Namen?

Slide 2 - Carte mentale

À la découverte de la ville

inloggen in LessonUp
opzoeken op internet
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Namen in het Frans is...

Slide 4 - Question ouverte

Waar ligt Namen?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Welke rivieren stromen door Namen?
A
de Lek en de Ijssel
B
de Samber en de Maas
C
de Maas en de Rijn
D
De Samber en de Lek

Slide 6 - Quiz

In welke provincie ligt de stad Namen?
A
Antwerpen
B
Luik
C
Namen
D
Luxemburg

Slide 7 - Quiz

Namen is de hoofdstad van de provincie Namen, maar ook van...
A
België
B
Vlaanderen
C
Wallonië
D
geen van deze drie

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Leerdoel 1
Ik kan vertellen over mijzelf, waar ik woon en over mijn familie.

Slide 10 - Diapositive

Ik kan vertellen hoe ik heet

Slide 11 - Carte mentale

Ik kan vertellen waar ik woon

Slide 12 - Carte mentale

Ik kan vertellen over mijn familie

Slide 13 - Carte mentale

Ik kan vertellen in welke school ik zit en in welke klas

Slide 14 - Carte mentale

leerdoel 2: vrije tijd
- Ik kan vertellen wat ik na school doe
- ik kan vertellen wat een ander doet in zijn vrije tijd
- ik kan zeggen wat ik van die activiteit vind

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Les sports | Faire + du / de la / de l' / des

1.


2.
3.
4.
5.
Faire du cheval
Faire de la natation
Faire du ski
Faire du jogging
Faire du vélo

Slide 17 - Question de remorquage

Les sports | Jouer + au / à la / à l' / aux*
*Bij sporten en spellen, met min. 1 tegenspeler
1.


2.
3.
4.
5.
6.
Jouer au tennis
Jouer au ping-pong
Jouer au hockey
Jouer au foot(ball)
Jouer au basket(ball)
Jouer aux jeux vidéos

Slide 18 - Question de remorquage

Mets les mots dans le bon ordre
1.
2.
3.
4.
5.
d'équipe
aimes
tu
sports
les

Slide 19 - Question de remorquage

Mets les mots dans le bon ordre
1.
2.
3.
4.
5.
préfère
individuels
les
je
sports

Slide 20 - Question de remorquage

Slide 21 - Lien

à toi: vrije tijd
- Ik kan vertellen wat ik na school doe
- ik kan vertellen wat een ander doet in zijn vrije tijd
- ik kan zeggen wat ik van die activiteit vind


Slide 22 - Diapositive

Leerdoel 3: school
- ik kan vertellen welke vakken we op school hebben
- ik kan vertellen wat ik van die vakken vind

Slide 23 - Diapositive

Leerdoel 4: mijn huis
- ik kan over mijn huis en tuin vertellen
- ik kan vertellen hoe mijn kamer eruit ziet
- ik kan vragen hoe de ander woont

Slide 24 - Diapositive

Leerdoel 5: eten
Ik kan een gerecht bestellen in een restaurant
Ik kan vertellen wat ik lekker vind
Ik kan vertellen wat ik vies vind
Ik kan groeten en gedag zeggen

Slide 25 - Diapositive