2.2 Zuivere stoffen en mengsels

2.2 Zuivere stoffen en mengsels
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

2.2 Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Diapositive

Programma
-Formatieve check
10 min
-Oefeningen nakijken
10 min
-Zuivere stoffen en mengsels
20 min
-Oplossingen extraheren en filtreren
20 min
-Oefenen
20 min

Slide 2 - Diapositive

Formatieve check
Klik op de link om naar een nieuwe les te gaan, hierbij kan je zelf feedback geven op je leerdoelen:
Checks voor 2.2 Zuivere stoffen en mengsels

De laatste slide sla je voor nu over, deze is voor het einde van de les!

Slide 3 - Diapositive

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
  • Je kunt uitleggen wat een molecuul is en uitleggen uit welke soorten moleculen zuivere stoffen en mengsels bestaan.
  • Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
  • Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.

Slide 5 - Diapositive

Macroniveau

Macro = Griekse woord voor groot
Op macroniveau = op groot niveau

Alles wat je met het oog kan zien = macroniveau


Slide 6 - Diapositive

Microniveau
Micro = Griekse woord voor klein
Op microniveau = op klein niveau

Veel in het universum is gemaakt uit moleculen.

Niet met het blote oog te zien.
Moleculen liggen op microniveau.


Slide 7 - Diapositive

Moleculen
Er bestaan miljoenen soorten moleculen.
Ze verschillen van vorm, grootte en bestanddelen.
Elke soort deeltje vormt een soort stof op macroniveau:





Watermolecuul = 2,82 pm = 0,0000000282 cm
Hoeveel watermoleculen zitten er in een druppel water?





Slide 8 - Diapositive

Zuivere stoffen
De meeste stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.

Zuivere stoffen = 1 soort molecuul

Slide 9 - Diapositive

Bedenk een zuivere stof.

Slide 10 - Carte mentale

Mengsels
De meeste stoffen zijn opgebouwd uit moleculen.

Mengsel = 2 of meer soorten moleculen

Slide 11 - Diapositive

Bedenk een mengsel.

Slide 12 - Carte mentale

Zijn de volgende stoffen zuiver of een mengsel?
Zuivere stof
Mengsel

Slide 13 - Question de remorquage

Zijn de volgende stoffen zuiver of een mengsel?
Zuivere stof
Mengsel

Slide 14 - Question de remorquage

Oplossingen
Oplossing:
(vloeistof in vloeistof) (vaste stof in vloeistof)

Helder mengsel (soms gekleurd), stoffen zijn helemaal erin opgelost.

Voorbeelden:
Suikerwater, thee, limonade

Slide 15 - Diapositive

Suspensies
Suspensie:
(vaste stof in vloeistof)

  • Troebel mengsel
  • Vaste stof die zweeft in een vloeistof
  • Na een tijdje zakt de vaste stof naar beneden, dit noem je bezinken.

Voorbeelden:
Sinaasappelsap, zand in water, krijtpoeder in water


Slide 16 - Diapositive

Geef een ander voorbeeld van een oplossing en van een suspensie.

Slide 17 - Question ouverte

Mengsels scheiden
Het is mogelijk om mengsels te scheiden zodat je de zuivere stoffen krijgt.

2 manieren om sommige mengsels te scheiden zijn:
  • Extraheren
  • Filtreren

Slide 18 - Diapositive

Extraheren
Scheidingsmethode op basis van oplosbaarheid.

Bij extraheren voeg je een oplosmiddel toe aan het mengsel, vaak is dat water.

Mengsel kan bestaan uit zowel vaste stoffen als vloeistoffen.

Slide 19 - Diapositive

Voorbeelden extraheren
Het zetten van thee:
  • Theezakje, mengsel van geurstoffen, kleurstoffen, smaakstoffen en vaste stoffen.
  • In warm water (extractiemiddel) worden de geur, kleur en smaakstoffen geëxtraheerd uit het theezakje.

Zout en zand:
  • Zout lost op in water, zand niet.
  • Voeg water toe (extractiemiddel), zout wordt gescheiden van het zand.

Slide 20 - Diapositive

Filtreren
Filtreren:
  • Je kunt een suspensie filtreren
  • Benodigdheden: filter, trechter, reageerbuis
  • Wat in filter achterblijft → residu
  • Wat door filter heen gaat → filtraat
  • filtraat is vaak een oplossing
  • Kan heel goed met zand en water

Slide 21 - Diapositive

Noem een mengsel dat je goed kan scheiden met filtreren.

Slide 22 - Question ouverte

Proefje
Open pagina 65 in je boek.

Slide 23 - Diapositive

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 2 Paragraaf 2:
1 t/m 8

Slide 24 - Diapositive

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 25 - Diapositive