bespreking 2022-II

bespreking 2022-II
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

bespreking 2022-II

Slide 1 - Diapositive

vraag 1
 maximumscore 2
Uit het antwoord moet blijken dat
• (door het verlaagd hemoglobinegehalte) er minder transport van
zuurstof is / er minder zuurstof beschikbaar is 1p
• (waardoor) er minder verbranding / (aerobe) dissimilatie mogelijk is
(waardoor de hoeveelheid energie die beschikbaar komt in de spieren
lager is en de prestaties afnemen) 1p

Slide 2 - Diapositive

vraag 2
maximumscore 2
1 juist
2 onjuist
3 juist
indien drie nummers correct 2p
indien twee nummers correct 1p
indien minder dan twee nummers correct 0p

Slide 3 - Diapositive

vraag 3
A (2p)

Slide 4 - Diapositive

vraag 4
maximumscore 3
Uit het antwoord moet blijken dat
• (door de inname van natrium-ionen) de osmotische waarde van het
bloed stijgt / het bloed een hogere concentratie (natrium-)ionen bevat 1p
• (waardoor) meer water wordt vastgehouden (en de bloeddruk stijgt) 1p
• (door vaatverwijding) de weerstand van de vaten daalt / er meer ruimte
ontstaat voor het bloed (waardoor de bloeddruk daalt) 1p
Opmerking
Als de kandidaat antwoordt dat door vaatverwijding het bloed makkelijker
kan doorstromen, het derde scorepunt toekennen.

Slide 5 - Diapositive

vraag 5 en 6
5: B (2p)

6: C (2p)

Slide 6 - Diapositive

vraag 7 en 8
7: maximumscore 2
1 wel
2 wel
3 niet
indien drie nummers correct 2
indien twee nummers correct 1
indien minder dan twee nummers correct 0
8 : maximumscore 2
1 onjuist
2 onjuist
3 juist
indien drie nummers correct 2
indien twee nummers correct 1
indien minder dan twee nummers correct 0

Slide 7 - Diapositive

vraag 9 en 10 en 11
9 maximumscore 1
Uit het antwoord moet blijken dat zuurstoftekort ontstaat.
10 D  (2p)
11 maximumscore 1
voorbeelden van een juist antwoord:
-Nee, want de erfelijke eigenschappen worden bepaald door de delen
van de planten met de bloemen en die zijn vatbaar voor fytoftora.
- Nee, alleen de niet-resistente genen worden doorgegeven.

Slide 8 - Diapositive

We gaan verder met examen 2022-II
Heb je dit examen niet af, dan ga je dit eerst afmaken in de rode ruimte. Neem alleen een pen, BINAS en het examen mee (en een blaadje om de antwoorden op te schrijven)

Aan het eind van het 9e uur bespreek ik de herkansingstoets met degenen die 'm gemaakt hebben.

Slide 9 - Diapositive

Maar voor we verder gaan...
Welke lessen heb je geleerd van het bespreken van de vragen gisteren?
Welke begrippen kende je bijvoorbeeld niet?
Welke tip heb je onthouden?
In welke valkuil moet je niet trappen?

Noteer dit in je schrift
timer
1:00

Slide 10 - Diapositive

vraag 12 t/m 15
12 A  (1p)
13 B  (2p)
14 A  (2p)
15 D  (2p)

Slide 11 - Diapositive

vraag 16 en 17
16 maximumscore 2p
1 juist
2 juist
3 onjuist
indien drie nummers correct 2
indien twee nummers correct 1
indien minder dan twee nummers correct 0
17 maximumscore 1p
Uit het antwoord moet blijken dat de verblijfsduur in de (dikke) darm
verkort is / de voedselbrij de darm te snel verlaat (waardoor effectieve
waterresorptie niet mogelijk is).

Slide 12 - Diapositive

vraag 18, 19 en 20
18 maximumscore 1p
voorbeelden van een juist antwoord:
- Als de dieren zouden paren, ontstaan mogelijk toch vruchtbare
nakomelingen.
- Als er weinig genetische verschillen zijn, is het mogelijk dezelfde soort.
- De tijd van scheiding kan te kort zijn om genetische verschillen te
veroorzaken.

19 C 2p

20 D 2p

Slide 13 - Diapositive

vraag 21 (2p)
voorbeelden van een juist antwoord:
- Er is bij een klein aantal dieren minder genetische variatie, waardoor
de kans groter is dat de populatie uitsterft bij veranderende omstandigheden.
- Hierdoor treedt inteelt op, waardoor dieren sterven door recessieve afwijkingen.
• voor een juist genetisch aspect van een kleine populatie 1p
• voor een juist gevolg daarvan voor de overleving van de populatie 1p
Opmerking
Als de kandidaat antwoordt dat bij een kleine populatie de kans kleiner is
dat individuen een geschikte partner vinden, het eerste scorepunt
toekennen.

Slide 14 - Diapositive

vraag 22 en 23
22 maximumscore 1p
Uit het antwoord moet blijken dat door het gebruik van dezelfde soort
tandpasta de (abiotische) omstandigheden in de mond meer op elkaar
lijken (wat leidt tot een meer overeenkomstig speekselmicrobioom).

23 D 1p

Slide 15 - Diapositive

vraag 24 (1p)
voorbeelden van een juist antwoord:
- Door meting 1 kun je aantonen dat de melkzuurbacteriën die na de
tongzoen in de mond van de ontvanger voorkomen echt overgedragen
zijn via de tongzoen (en niet van nature in het speeksel voorkomen).
- Deze meting laat zien dat het percentage melkzuurbacteriën in de
mond verwaarloosbaar klein is.
- Om te meten hoeveel melkzuurbacteriën je van jezelf hebt. Hierdoor
kan je de toename van het aantal bacteriën vaststellen bij de ontvanger.
Opmerking
Aan een antwoord als: “Het is een controlemeting”, geen scorepunt toekennen.

Slide 16 - Diapositive

vraag 25 en 26
25 C 2p

26 maximumscore 2p
Uit het antwoord moet blijken dat
• gebruik van antibiotica (mond)bacteriën doodt / de groei van (mond-)
bacteriën remt 1p
• (waardoor) de ziekmakende bacteriën zich kunnen vestigen / minder
concurrentie hebben van de al aanwezige bacteriën 1p

Slide 17 - Diapositive

vraag 27
27 maximumscore 2p
lysozymen: aangeboren/niet-specifieke/aspecifieke (afweer)
antistoffen: verworven/specifieke (afweer)
zoutzuur: aangeboren/niet-specifieke/aspecifieke (afweer)

indien drie indelingen correct 2
indien twee indelingen correct 1
indien minder dan twee indelingen correct 0

Slide 18 - Diapositive

vraag 28 (1p)
voorbeelden van een juist antwoord:
- Eiwitsplitsende enzymen uit het spijsverteringskanaal kunnen delen
van weefsels verteren.
- Bacteriën uit de darmen kunnen een infectie in de weefsels
veroorzaken.
- De hoge pH beschadigt de organen.

Opmerking
Als de kandidaat antwoordt dat er hierdoor minder voedingsstoffen
opgenomen kunnen worden, geen scorepunt toekennen.

Slide 19 - Diapositive

vraag 29 (1p)
voorbeelden van een juist antwoord:
- De pH in het spijsverteringsstelsel van de mens is lager dan 11
(waardoor de kristallen niet oplossen).
- Spijsverteringsenzymen van de mens breken het gif af.
- In de menselijke darm zijn geen receptoren voor het Cry-eiwit
aanwezig.

Slide 20 - Diapositive

vraag 30 (2p)
1 onjuist
2 onjuist
3 juist

indien drie nummers correct 2
indien twee nummers correct 1
indien minder dan twee nummers correct 0

Slide 21 - Diapositive

vraag 31 (2p)
Uit het antwoord moet blijken dat
• op deze stroken (ook) niet-resistente katoendaguiltjes (over)leven /
katoendaguiltjes met dominante allelen (over)leven 1p
• (waardoor) paring/kruising zal optreden tussen resistente en niet-resistente katoendaguiltjes, waarbij (veel) niet-resistente/heterozygote
nakomelingen ontstaan (waardoor het percentage resistente
katoendaguiltjes in de populatie laag blijft) 1p

Slide 22 - Diapositive

vraag 32 en 33
32 C 1p  BINAS 71G  Als je dit lastig vindt, steek je vinger op!

33 A 1p

Slide 23 - Diapositive

vraag 34t/m 38
34 maximumscore 2p
• cellen van Schwann / schwanncellen 1p
• de impulsgeleiding versnellen / de impulsgeleiding sprongsgewijs laten
verlopen / isolatie van de uitloper 1p
35 B 1p
36 B 2p
37 maximumscore 1p
(letter) R
38 A 2p

Slide 24 - Diapositive

vraag 39 en 40
39 maximumscore 1p
(primaire/secundaire) visuele schors / velden voor zien
40 maximumscore 2p
1 abiotisch
2 abiotisch
3 biotisch
4 abiotisch
indien vier nummers correct 2
indien drie nummers correct 1
indien minder dan drie nummers correct 0

Slide 25 - Diapositive

vraag 41 en 42
41 maximumscore 2p
• (relatie met waterslak:) predatie 1p
• (relatie met zoogdier:) parasitisme 1p

42 maximumscore 2p
Uit het antwoord moet blijken dat
• (door de verdoving) de bloedzuiger niet wordt opgemerkt / de
bloedzuiger langer/meer bloed kan zuigen 1p
• (waardoor) de overlevingskans/voortplantingskans/fitness groter is
(dan bij de soortgenoten die deze eigenschap niet/minder hebben) 1p

Slide 26 - Diapositive

vraag 43
43 maximumscore 2
1 fibrinogeen
2 hirudine
3 trombine
4 fibrine
indien vier nummers correct 2
indien twee of drie nummers correct 1
indien minder dan twee nummers correct 0

Slide 27 - Diapositive

vraag 44
44 maximumscore 2p
• (onafhankelijke variabele:) (wel of geen) lieslaarzen / (wel of geen)
blote benen 1p
• (afhankelijke variabele:) het aantal (gevangen) bloedzuigers 1p

Opmerking
Als de kandidaat onafhankelijke en afhankelijke variabele verwisselt in een
verder correct antwoord, in totaal 1 scorepunt toekennen.

Slide 28 - Diapositive

Tel je punten!
Max is 74 punten
Je cijfer kun je ongeveer berekenen door je puntenaantal te delen door 74, dit met 9 te vermenigvuldigen en er dan nog 1 punt bij op te tellen.
Dus (punten/74) * 9  + 1 = cijfer

Slide 29 - Diapositive

Waren er nog vragen over 2018?
Zo ja, dan beantwoord ik die graag

Zo nee, dan volgt hier een leuke opgave over erfelijkheid

Slide 30 - Diapositive


Een bepaald type doofheid bij mensen is erfelijk.
In de bron is een familiestamboom weergegeven.

Hoe erft dit type doofheid over?
A
Dominant, X-chromosomaal
B
Dominant, Autosomaal
C
Recessief, X-chromosomaal
D
Recessief, Autosomaal

Slide 31 - Quiz

Bij varkens is de vorm van de staart een erfelijke eigenschap. De staart kan recht zijn of gekruld. Twee ouders met een gekrulde staart krijgen jongen met zowel rechte staarten als gekrulde staarten.
Hoe groot is de kans op een vrouwtjesbiggetje met een gekrulde staart?
A
3/4
B
3/8
C
1/2
D
0

Slide 32 - Quiz